Onderhoud
Buiten bedrijf stellen en onderhoudsbeurten
Inspectie- en onderhoudsinterval
Het onderhoud van de ketel mag alleen
worden uitgevoerd door gekwalifi ceerd
personeel met gekalibreerde appara-
tuur.
Bij het vervangen van onderdelen
mogen alleen originele onderdelen van
ELCO worden gebruikt. Daartoe verwij-
zen we naar de reserveonderdelenlijst
waar u artikelnummers en opengewerk-
te tekeningen terugvindt. Neem contact
op met ELCO.
Onderhoudsintervallen
Onderhoud moet ten minste na max.
16.000 bedrijfsuren of om de 4 jaar worden
uitgevoerd, naargelang wat zich het eerst
voordoet. (Te verifi ëren met lokale dienst
afhankelijk van installatievoorwaarde).
Afhankelijk van het intensieve gebruik van
het apparaat moeten de onderhoudsin-
tervallen dienovereenkomstig worden
verminderd. In andere gevallen kunnen
onderhoudsintervallen vermeerderd moe-
ten worden. In die gevallen dient u contact
op te nemen met ELCO voor bijkomend
advies.
De inspectie- en onderhoudstaken moeten
altijd worden uitgevoerd in overeenstem-
ming met de onderhoudsinstructies. Som-
mige taken worden in deze onderhoudsin-
structies beschreven. Voor de volledige
inspectie- en onderhoudsinstructies: zie
pagina's 87-93.
Wanneer u onderhoud uitvoert aan de
ketel, moet de gaskraan worden afge-
sloten en tegen opening beveiligd.
Onderhoudswerken
-
Schakel de ketel uit met de AAN/
UIT-schakelaar (A).
A
88
-
Onderbreek de voeding naar de ketel
met behulp van de hoofdonderbreker
in de stookruimte.
-
Onderbreek de gastoevoer naar de
ketel. Tijdens het legen van de ketel
is het mogelijk dat een deel van het
verwarmingswater achterblijft. Zorg
ervoor dat eventueel resterend verwar-
mingswater niet kan bevriezen, indien
er vorstgevaar is.
Buiten bedrijf stellen
In sommige situaties kan het nodig zijn om
de ketel buiten bedrijf te stellen. Schakel
de ketel in "Uit" modus (witte kleur van
de Aan/Uit-knop) door op deze knop te
drukken.
Hierdoor worden respectievelijk de functies
WW en Pomp continu uitgeschakeld.
ELCO raadt aan om de Aan/Uit-knop
ingeschakeld te laten om te verzekeren
dat de pomp(en) en de driewegklep (indien
gemonteerd) automatisch worden geacti-
veerd om te voorkomen dat ze blokkeren.
De vorstbescherming blijft actief. Laat de
gastoevoer open.
Indien er vorst mogelijk is tijdens de
periode waarin de ketel buiten bedrijf
is gesteld, raden we u aan om de ketel
niet onder spanning te laten staan en de
ketel(s) en de installatie te laten leeglo-
pen. In dat geval: sluit de gasklep.
Onderhoud
Respecteer de volgende veiligheidsvoor-
schriften:
Alle werkzaamheden aan de ketel en de
verwarmingsvoorziening (assemblage,
onderhoud, herstellingen) mogen alleen
worden uitgevoerd door gekwalifi ceerd
personeel en met behulp van passend
gereedschap en gekalibreerde meet-
instrumenten. Voor de vervanging van
componenten zijn originele reserveon-
derdelen van ELCO vereist.
De hoofdafsluiter voor de gastoevoer moet
worden afgesloten en tegen heropening
beveiligd.
De behuizing moet eerst worden verwij-
derd om onderhoud aan de ketel te kunnen
uitvoeren. Het paneel is vastgezet met 2
schroeven bovenaan de deur.
Na het losdraaien van de schroef kan de
behuizing worden verwijderd door eraan te
trekken en ze op te tillen. Volg de instruc-
ties op pagina 82.
Alle ketels zijn in de fabriek vooraf inge-
steld. Een O
- of CO
-controlemeting moet
2
2
tijdens de inbedrijfstelling worden uitge-
voerd.
De instelling van het nulpunt mag niet
gewijzigd worden. De instelling van het
nulpunt mag alleen worden gecontroleerd
na een storing of na vervanging van het
gasblok, de venturi of de ventilatormotor.
De instelling van het nulpunt dient niet
om de verbrandingstechnische kenmer-
kende waarden in te stellen. Dat gebeurt
uitsluitend via de O
/CO
-instelling.
2
2
Alle gasleidingen en verbindingen
moeten op lekdichtheid worden getest
met een lekdetectiespray telkens nadat
er onderhouds- of herstelwerken zijn
uitgevoerd aan de ketel.
In dat opzicht dient u alle individuele on-
derhoudsstappen na te leven zoals gedo-
cumenteerd op pagina's 90 e.v., alsook het
overzicht van de inspectie- en onderhouds-
procedures vermeld op pagina's 92 en 93.
Inspectie-interval
Een inspectie moet ten minste na iedere
4.000 bedrijfsuren van de ketel worden
uitgevoerd, maar minstens eenmaal
per jaar. (Te verifi ëren met lokale dienst
afhankelijk van installatievoorwaarde).
Een inspectie bestaat uit een visuele con-
trole van de algemene staat van de ketel
en de installatie.
Een inspectie is bedoeld om te oordelen
over de staat van de ketel en te evalueren
wanneer onderhoudswerken vereist zijn.
Een visuele inspectie kan leiden tot een
onderhoudsprocedure.
Tijdens een inspectie is geen gereedschap
vereist (behalve gereedschap voor het
verwijderen van de panelen). Indien nodig,
moeten de overeenstemmende individuele
onderhoudsstappen worden uitgevoerd
zoals vermeld vanaf pagina 93.