Opnamestand
De belichtingsindicator
De belichtingsindicator laat zien in welke mate de foto wordt over-
of onderbelicht bij de huidige instellingen.
A
A DIAFRAGMA AE
DIAFRAGMA AE
In deze stand kiest u het diafragma met behulp van de instelschijf en
selecteert de camera de sluitertijd om tot de optimale belichting te
komen.
Q Indien het met het gekozen diafragma niet mogelijk is om tot
een goede belichting te komen, dan wordt de sluitertijd in het
rood weergegeven. Pas het diafragma aan totdat een goede be-
lichting mogelijk is. Als het onderwerp zich buiten het bereik van
de belichtingsmeter van de camera bevindt, wordt de sluitertijd-
opening weergegeven als "---". Druk de ontspanknop half in om
de belichting opnieuw te meten.
38
3
2
1
0
-1
-2
-3
1000 F2. 5
800
±0
1000 F2. 8
800
Diafragma
Meer over fotografi e