De menu's gebruiken: Opnamestanden
s SCHADUWTINT
s
SCHADUWTINT
Het uiterlijk van de schaduwen aanpassen.
h GELUIDSREDUCTIE
h
GELUIDSREDUCTIE
Kies de hoeveelheid ruisvermindering.
R CONTINU
R
CONTINU
Leg bewegingen vast in een serie foto's (P 52). Kies uit B, , I
Z GEAVANCEERDE ANTI-SCHERPTE
Z
GEAVANCEERDE ANTI-SCHERPTE
Selecteer AAN om geavanceerde anti-scherpte in stand S (P 29) in te schakelen.
b
b GEZICHTSDETECTIE
GEZICHTSDETECTIE
Bepaal of de camera automatisch de scherpstelling en belichting instelt bij het maken van portret-
foto's (P 60).
C LICHTMEETSYSTEEM
C
LICHTMEETSYSTEEM
Bepaal hoe de camera de belichting meet als intelligente gezichtsdetectie is uitgeschakeld.
Optie
Optie
o MULTI
p SPOT
q INTEGRAAL
98
Automatische onderwerpherkenning wordt gebruikt om de belichting aan te
passen aan diverse omstandigheden.
De camera meet de lichtomstandigheden in het midden van het beeld. Aan te
bevelen wanneer de achtergrond veel lichter of donkerder is dan het belangrijkste
onderwerp.
De belichting wordt ingesteld op basis van het gemiddelde van het gehele
beeld. Zorgt voor dezelfde belichting bij meerdere foto's met hetzelfde licht en is
in het bijzonder eff ectief voor het fotograferen van landschappen en het maken
van portretten van onderwerpen met witte of zwarte kleding.
( ( standaardinstelling:
standaardinstelling: (0) STANDAARD)
( ( standaardinstelling:
standaardinstelling: (0) STANDAARD)
I , , P
P , , O
O , , W
W , , X
X en Y
Beschrijving
Beschrijving
(0) STANDAARD)
(0) STANDAARD)
( ( standaardinstelling:
standaardinstelling: B
B ) )
Y .
( ( standaardinstelling:
standaardinstelling: AAN)
AAN)
( ( standaardinstelling:
standaardinstelling: UIT)
UIT)
standaardinstelling: o
o ) )
( ( standaardinstelling:
Menu's