7. P
LAATSING
Plan
voorafgaand
aan
deurintercom, eerst de plaats waar deze moet worden
gemonteerd. Controleer van hieruit eerst de werking van
de deurintercom en de verbinding, voordat u deze
monteert. Houd rekening met de volgende punten:
•
Monteer de deurintercom op een zodanige
hoogte, dat bezoekers de bel gemakkelijk
kunnen bereiken en het gezicht van de beller
door de camera kan worden gedetecteerd.
Houd hierbij ook rekening met de lengte van
kinderen. De verticale detectiehoek van de
camera is ongeveer 40°.
•
De deurintercom wordt doorgaans aan de
zijkant van de toegangsdeur bevestigd. Zorg
ervoor, dat het gezicht van de bezoeker die voor
de deur staat, op het beeldscherm verschijnt. De
horizontale detectiehoek van de camera is
ongeveer 80°.
•
Bevestig de deurintercom zodanig, dat er, voor
zover mogelijk, geen direct licht op de
lensopening valt. Vermijd sterk tegenlicht achter
de bezoeker: Hierdoor wordt het beeld van de
persoon donkerder weergegeven. Controleer
het camerabeeld voorafgaand aan de montage.
Neem hiervoor het apparaat in gebruik en houdt
de deurintercom op de gewenste plaats. Wijzig
de positie naar behoefte, totdat u de optimale
beelduitsnede hebt gevonden. Vergeet niet dat
de zon niet altijd op dezelfde plaats staat.
•
De camera van de deurintercom heeft een
infraroodverlichting voor de directe omgeving.
Deze wordt via de schemersensor geschakeld.
Door de omgeving 's nachts extra te verlichten,
kunt u de beeldkwaliteit van de camera
verbeteren.
•
Zorg ervoor, dat de montageplaats van de
deurintercom mogelijk stof- en trillingsvrij is.
•
Zorg ervoor, dat er een stopcontact in de buurt
is. U kunt eventueel een verlengkabel VKD-6M
gebruiken (zie hoofdstuk 17 "Optionele
accessoires").
•
Om de deurintercom buiten te monteren, moet
de montageplaats, voor zover mogelijk, tegen
inregenen zijn beschermd. De netadapter moet
zich binnen bevinden. De stekkerverbinding naar
de netadapterkabel moet zodanig worden
beschermd, dat geen vocht kan binnendringen
in de verbinding.
•
De stekkerverbindingen en de netadapter
het
monteren
van
de
moeten zich in een tegen ongeoorloofde
toegang beschermd gebied bevinden, bij
voorkeur aan een binnenmuur.
•
Om de deuropener aan te sturen, is op de
deurintercom een 12 V DC stroomvoorziening
met max. 1 A beschikbaar.
•
Let er op, dat er een passende
doorvoermogelijkheid voor de kabels aanwezig
is op de montageplaats.
•
Bij een bekabelde verbinding met de router via
LAN gebruikt u
•
Bij een draadloze verbinding naar de router via
Wi-Fi:
een netwerkkabel (CAT5, 6, 7) met
o
RJ45-connector,
of een netwerkverbinding via
o
powerline-adapter.
Let er op, dat de deurintercom een
o
goede draadloze verbinding heeft met
de Wi-Fi-router. Monteer de antenne
zo mogelijk aan de binnenkant van de
muur met behulp van de meegeleverde
antenneverlengsnoer.
Om de overdracht te verbeteren, wordt
o
afgeraden een Wi-Fi-repeater te
gebruiken, omdat er storingen kunnen
ontstaan. Als alternatief kan echter een
access point (bijv. een via Wi-Fi
werkende powerline-adapter) worden
gebruikt.
Het maximale bereik van de Wi-Fi-
o
overdracht is afhankelijk van de
omgeving en van de Wi-Fi-router. Het
bereik wordt door muren (in het
bijzonder muren van gewapend beton),
plafonds, sneeuw en regen aanzienlijk
verminderd. Metalen oppervlakken,
zoals jaloezieën, rolluiken, koelkasten,
metalen rekken en gecoate spiegels,
vormen een afscherming voor de
draadloze overdracht.
De Wi-Fi-overdracht kan door sterke
o
elektrische velden en andere
radiogestuurde apparatuur worden
beïnvloed. Let op voldoende afstand
tot: magnetrons, draadloze telefoons,
mobiele telefoons, apparaten op
dezelfde of naastgelegen
radiofrequentie, elektrische motoren
en hoogspanningsleidingen.