Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Aastra DT292 Gebruikershandleiding pagina 7

Draadloos telefoontoestel voor aastra mx-one™ en aastra md110
Inhoudsopgave

Advertenties

Belangrijke informatie voor de gebruiker
Voeding
Sluit de stroomvoorziening (voeding) van de lader
alleen aan op de daarvoor bestemde stroom-
bronnen zoals aangegeven op de lader.
Plaats het snoer zo, dat er geen druk op wordt
uitgeoefend en dat het niet kan beschadigen.
Koppel de lader los van de voeding voordat u deze
reinigt of verplaatst om de kans op elektrische
schokken te verkleinen.
Gebruik de lader niet buitenshuis of in vochtige
ruimten.
Breng geen wijzigingen aan in het snoer of de
stekker. Laat een passend stopcontact installeren
door een erkend elektricien wanneer de stekker
niet in het stopcontact past.
Zorg dat tijdens het opladen de afstand tussen
het draadloze telefoontoestel en de wandcontact-
doos beperkt is, zodat u overal makkelijk bij kunt.
Als u energie wilt besparen, is het verstandig om
na het opladen de lader uit de wandcontactdoos
te halen.
Zorg dat uw handen droog zijn en dat u de adapter
zelf vastpakt, wanneer u de adapter uit het stop-
contact verwijdert.
Trek niet aan de kabels.
Opladen en batterijen
Lees de volgende voorzorgsmaat-
regelen zorgvuldig door voordat u de
batterijen voor het eerst gebruikt.
Zorg dat u op de hoogte bent van alle
voorzorgsmaatregelen die hier worden
genoemd, zodat u mogelijke veilig-
heidsrisico's die worden veroorzaakt door door
misbruik, onjuiste toepassing of schade aan de
batterijen, kunt voorkomen.
Gebruik alleen batterijen, adapters, bureauladers
of laadrekken die speciaal zijn ontworpen voor
gebruik met het toestel.
Het gebruik van stroombronnen die niet uitdrukkelijk
worden aangeraden, kan leiden tot oververhitting,
verminderde prestaties van de batterijen, storingen
aan de apparatuur en brand of andere schade.
Draadloze telefoontoestellen zijn voorzien van
NiMH-batterijen of Li-ion-batterijen. De spreek-
en stand-by tijd kunnen in een complexe infra-
structuur afwijken, afhankelijk van de hoeveelheid
signalering.
De batterij moet volledig zijn opgeladen (minimaal
4 uur) voordat u deze voor het eerst gaat gebruiken.
De batterij in het product kan een groot aantal
keren worden opgeladen.
Gebruik alleen de aanbevolen laadapparatuur.
7
D i t d o c u me n t wo r d t u a a n g e b o d e n d o o r T e l e c o mH u n t e r . D é z a k e l i j k e T e l e c o m we b s h o p .
T 0 8 8 7 4 6 3 4 4 4 | @ s a l e s @T e l e c o mH u n t e r . n l | www. T e l e c o mH u n t e r . n l
Een onjuiste manier van opladen kan leiden tot
schade door hitte of zelfs tot breuken door hoge
druk.
Zorg dat u de batterijen op de juiste manier in de
lader plaatst.
Soldeer geen draden rechtstreeks op de batterij.
Zorg dat de batterij niet in contact komt met water.
Een NiMH-batterij die voor het eerst wordt opge-
laden, kan warm worden. Dit is een normale reactie
bij het opladen van NiMH-batterijen.
De batterijen kunnen worden vervangen, al is het
niet de bedoeling dit regelmatig te doen.
Laad de batterijen alleen op wanneer deze zich in
het toestel bevinden.
Gebruik alleen de aangegeven batterijen voor het
toestel.
Verhit nooit de batterij en gooi deze niet in een
vuur. Dit kan leiden tot lekken, ontploffingen of
brand.
Verwijder het draagtasje van het toestel wanneer
het zich in de lader bevindt.
Bedek het toestel niet terwijl het wordt opgeladen.
Laad het toestel niet in een gesloten kast of la. Het
opladen van de batterij is een chemisch proces
waardoor de batterij warm kan worden tijdens het
opladen. Zorg dat de omgeving waarin het toestel
wordt geladen, goed wordt geventileerd.
Het draadloze telefoontoestel kan worden opge-
laden terwijl het is in- of uitgeschakeld.
Sluit de draden van de positieve en negatieve pool
van de batterij nooit op elkaar aan.
Gooi niet met de batterij en laat de batterij niet
vallen. Dit kan schade aan de batterij veroorzaken.
Laad de batterij niet op bij een tempe-
ratuur onder +5 °C. De batterij moet
worden opgeladen bij een temperatuur
tussen +5 °C en +45 °C. Wanneer
u de batterij oplaadt bij een andere
temperatuur, kan dit leiden tot vermin-
derde prestaties en een kortere levensduur.
Gebruik geen verschillende typen of merken
batterijen of batterijen met een verschillende
capaciteit.
De batterij moet voor optimale prestaties op een
droge, koele plaats worden bewaard, met een
omgevingstemperatuur van ongeveer +25 °C.
De batterij ontlaadt voortdurend een minimaal
gedeelte van het vermogen, zelfs wanneer het
toestel is uitgeschakeld of de batterij wordt
verwijderd.
Houd u aan de plaatselijke regelgeving voor het
weggooien van batterijen.
DT292

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave