Reiniging
6.2
Reiniging
1. Het apparaat dient regelmatig te worden gereinigd na iedere werkdag, en
wanneer nodig, vaker.
2. Reinig het waterreservoir grondig met warm water en een mild reinigingsmiddel.
3. Spoel het waterreservoir grondig met schoon water.
4. Maak de aftapkraan schoon door er water door te laten stromen.
5. Reinig het deksel onder stromend warm water.
6. Veeg het waterreservoir en de bodem aan de buitenkant af met een zachte,
vochtige doek.
7. Tot slot het apparaat en het deksel grondig drogen.
6.3
Ontkalken
Ongeschikt water kan leiden tot de vorming van kalkaanslag. Kalkaanslag
veroorzaakt verlenging van de verwarmingstijd en kan schade aan het apparaat
veroorzaken.
AANWIJZING: Om verkalking te voorkomen, wordt het gebruik van
gefilterd water aanbevolen!
OPGELET! Het niet regelmatig ontkalken van het apparaat vormt de basis
voor het niet aanvaarden van de klacht. Deze klachten vallen niet onder de
garantie! Het apparaat moet regelmatig worden ontkalkt!
1. Vul het waterreservoir met vers water, voeg azijn of een in de handel
verkrijgbare ontkalker toe aan het water en breng de zo ontstane oplossing aan
de kook. Neem de instructies van de producent van het middel in acht.
2. Giet een deel van de oplossing door de aftapkraan om de kalkafzettingen te
verwijderen.
3. Kook de ontkalkingsoplossing nog 1 - 2 keer.
4. Laat het apparaat dan enig tijd afkoelen.
5. Verwijder na het ontkalken de ontkalkingsoplossing.
6. Spoel het waterreservoir enkele keren grondig schoon met schoon water.
7. Schoon water moet ook door de aftapkraan worden geleid om eventuele resten
van de ontkalkingsoplossing te verwijderen.
200054
NL
15 / 18