Installatie en bediening
TIP!
Zorg ervoor dat er altijd drinkwater in het waterreservoir zit voordat u het
inschakelt. In het apparaat mogen zich geen vloeistoffen bevinden die niet
kunnen worden genuttigd zoals zuren, loog, olie, nitraten etc.!
5. Het apparaat aanzetten met de aan/uit-schakelaar.
6. Stel de gewenste temperatuur in binnen het bereik van 30 °C tot 100 °C met
behulp van de temperatuurregulator.
Het rode controlelampje gaat branden wanneer de temperatuurregelaar geactiveerd
is.
Het water warmt nu op tot de ingestelde temperatuur.
Wanneer de ingestelde temperatuur bereikt is, gaat het bedrijfsindicatielampje
(rood) uit. Het warmhoudcontrolelampje (groen) gaat branden en het water wordt op
de ingestelde temperatuur gehouden.
Wanneer de watertemperatuur daalt, schakelt de verwarming weer in en licht het
verwarmingscontrolelampje (rood) opnieuw op.
7. Om warm water te tappen, trekt u de aftapkraan naar voren en houdt u vast tot
de beker of het reservoir vol is. Laat de aftapkraan los, deze sluit automatisch.
OPGELET!
Controleer regelmatig het waterniveau.
Het apparaat nooit zonder water gebruiken!
Alvorens met water bij te vullen, moet het apparaat uitgeschakeld worden, het
deksel voorzichtig verwijderd worden en de benodigde hoeveelheid water ingegoten
worden.
8. Als het apparaat niet meer wordt gebruikt, de temperatuurregelaar zo ver
mogelijk naar links draaien en haal het apparaat uit de contactdoos (trek de
stekker eruit!).
9. Wanneer u klaar bent met werken, laat u het resterende water in de machine
afkoelen en giet u het er pas daarna uit via de aftapkraan van het
waterreservoir.
200054
NL
13 / 18