Afb. 3.5
Contactspanning
> 50 V
Activering tijdens het meten van de contactspanning
Wanneer na START de in Afb. 3.7 weergegeven informatie ver-
schijnt, dan is de RCD tijdens het meten van de contactspanning
aangesproken. Dit kan zijn veroorzaakt door een verkeerd inge-
stelde nominale stroom IΔN, door een defecte RCD of door reeds
aanwezige lekstroom via de RCD (aardlekschakelaar). Deze situa-
tie wordt net zolang weergegeven tot een van de functiekeuze-
toetsen wordt ingedrukt of het instrument weer op de netspan-
ning wordt aangesloten.
Afb. 3.7
Voorbeeld van de weergegeven activering tijdens het
meten van de contactspanning
Lage batterijspanning
Wanneer de batterijspanning te laag is (op het display is alleen het
rode veld van de batterijweergave zichtbaar), kan er met de toets
START geen meting worden gestart. Wordt er toch op START
gedrukt, dan verschijnt gedurende ca. 1 s het symbool van een
ontladen batterij. Daarna schakelt het instrument weer terug naar
de oorspronkelijke toestand. Vervang de batterijen door nieuwe of
laad de accu's weer op, zoals in Hoofdstuk 5.1 staat beschreven!
Afb. 3.8
Batterijspanning te
laag
Temperatuuroverschrijding
Wanneer er na elkaar meermaals hogere waarden van IΔN wor-
den gemeten, geeft het rode veld de interne opwarming van het
instrument weer. Bij toenemende opwarming wordt het veld volle-
dig rood en breder. Bij overschrijding van de max. toelaatbare
temperatuur verschijnt het symbool STOP. Wanneer de toets START
wordt ingedrukt, licht gedurende ca. 1 s het symbool voor tempe-
ratuuroverschrijding op en kunnen er geen verdere metingen
meer worden uitgevoerd. Daarna schakelt het instrument terug
naar de toestand voordat START werd ingedrukt. Laat het meetin-
strument afkoelen. De afkoeling kan via de temperatuurweergave
worden gevolgd.
Afb. 3.10 STOP: weergave
hoge temperatuur
GMC-I Messtechnik GmbH
Afb. 3.6
Contactspanning
> 25 V
Afb. 3.9
Batterijtoestand na
het indrukken van
START
Afb. 3.11 Weergave hoge
temperatuur na het
indrukken van
START
Meting uitvoeren
Zet de meetpennen nauwkeurig op het meetobject, voordat u met
de toets START de meting start. Controleer daarna of de weergave
van de netspanning stabiel is. Verwijder de meetpennen tijdens
de meting niet van het meetobject, anders kunnen er vertekende
meetwaarden ontstaan!
Invloeden op het meetresultaat
•
De via de PE lopende stroom heeft bijv. door aangesloten ver-
bruikers of capaciteiten tussen L en PE, een ongunstige
invloed op het meetresultaat of maakt meten zelfs onmogelijk
. Verwijder zulke gebruikers daarom voor de meting.
•
Meetresultaten kunnen door diverse factoren worden beïn-
vloed:
– wanneer er in het gemeten stroomcircuit een lekstroom
loopt
– wanneer er in een aardingssysteem stoorspanningen
optreden
– wanneer het aardingssysteem door de aanwezigheid
van een ander aardingssysteem wordt beïnvloed
– wanneer de netspanning niet constant is
Wanneer tegelijk met het meetresultaat het symbool
hiernaast oplicht, dan bevindt het meetresultaat van
deze functie zich binnen de vastgelegde grenswaar-
den.
3.3
Instelbare parameters
•
De grenswaarde van de contactspanning Ucmax kan op 50 V of 25
V worden ingesteld. Het instellen gebeurt met de toets xIΔN,
wanneer de functie contactspanningsmeting Uc (via de toets
FUNC) is ingeschakeld.
•
De nominale waarde van de verschilstroom kan met de toets IΔN
worden ingesteld op
10 mA, 30 mA, 100 mA, 300 mA, 500 mA.
•
Voor de multiplicator voor de verschilstroom kan met de toets
xIΔN worden gekozen uit de waarden ½, 1, 2, 5 (voor 10/30/
100 mA) en ½, 1 (voor 300 en 500 mA), mits de functie TIME
(via de toets FUNC) is ingeschakeld.
•
Het type RCD (aardlekschakelaar): vorm en polariteit van de ver-
schilstroom worden met de toets TYPE ingesteld.
Symbolen
RCD-type
op het
(vorm van de verschilstroom)
display
AC (Sinus)
A (pulserend)
Symbolen
RCD-type
op het
display
AC of A
S
Zie voor verdere details de Technische specificaties Hoofdstuk 4.
TEST
✓
Initiële polariteit
van de verschilstroom
positieve halve golf
negatieve halve golf
positieve halve golf
negatieve halve golf
RCD-type
standaard
selectief
5