Inhoudsopgave
Advertenties
Draai eerst de onderste schroeven aan zoals weergegeven in Fig. 11. Schroef vervolgens de bovenzijde met de
hoekdelen vast.
3.13 Montage van het besturings- en bedradingssysteem
Open het deksel van de besturing en controleer of alle kabels correct en goed vastzitten.
De netaansluiting in de besturingsbehuizing en op de bouwplaats (230 V/50 Hz/16 A langzame slag) moet door een erkend
elektricien worden uitgevoerd. Afhankelijk van de wettelijke voorschriften moet de voedingskabel een doorsnede hebben van
minimaal 3x2,5qmm.
Controleer de eindschakelaars op juiste afdichting. Stel de bovenste
eindschakelaar zo af dat het platform in de bovenste stand niet direct op de
veiligheidspal zit. In dat geval zou de trap niet meer worden verlaagd, omdat de
trap bij ingeschakelde eindschakelaar niet meer vrij zou kunnen optillen. (Afb. 12-
1)
3.14 Montage van de draagarmen en het vergrendelsysteem van de draagarm
Monteer de steunpoten en voetschermen (Klassik 4.0M) zoals aangegeven in de afbeelding 13. Vet de bouten goed in en monteer de
betreffende draagarm. De korte draagarmen zijn aan de voorzijde (richting motorruimte) in de rijrichting gemonteerd. Na de inbedrijfstelling
moeten de vergrendelingen zodanig worden afgesteld dat
de draagarmen kunnen vrij worden gedraaid wanneer de hefbrug volledig is verlaagd, de hefhoogte kan worden aangepast door
aan de stang te draaien. Zodra de hefbrug wordt geheven, moeten de vergrendelingen in het getande segment van de draagarm
vastklikken en de draagarmen tegen onbedoelde verdraaiing beveiligen.
3.15 Montage van de drempel
Vet de synchronisatiekabels in zoals beschreven onder 3.8, plaats de slanggeleider onder de plaat en plaats de drempel
tussen de twee hefkolommen en schroef deze op de kolomvoeten.
Controleer of de pennenstreek beperkt is door de
pennen van de plug of de borgring, zodat de pen niet
uit de geleider en de vertanding kan worden getild.
-14-
Advertenties
Inhoudsopgave
