!
OPMERKING
GEVAAR
!
OPMERKING
VOORZICHTIG
83315344 2/2022-12 Ch
Montage- en bedieningsvoorschrift
Lucht/water-warmtepomp Biblock® WBB 12 ... WBB 20 (binnenunit)
5.3 Koudecircuit
Het koudecircuit mag alleen door gekwalificeerde vakspecialisten geïnstalleerd
worden.
Gebuik alleen koperen leidingen die geschikt zijn voor koudemiddelen volgens
EN 12735-1, en isolatie welke bestand is tegen temperaturen tot 105 °C
(accessoire).
Dimensionering koudemiddelleiding, zie technische gegevens [hfst. 3.4.11].
Schade door vervuiling in het koudecircuit
Er kan vocht of vuil in het koudecircuit terechtkomen.
Gebruik geen reeds gebruikte koudemiddelleiding.
Gebruik alleen afgedichte koudemidelleidingen.
5.3.1 Aanleg van de koudemiddelleiding
Voor het monteren van de koudemiddelleiding, het montage- en
bedieningsvoorschrift van de buitenunit in acht nemen.
Verstikkingsgevaar door ontsnappend koudemiddel
Lekkend koudemiddel vezamelt zich op de bodem.
Inademen kan verstikking veroorzaken. Contact met de huid kan bevriezing
veroorzaken.
Koudecircuit niet beschadigen.
Milieuschade door ontsnappend koudemiddel
Koudemiddel bevat gefluoreerde broeikasgassen volgens het Kyoto-protocol en
mag niet in de atmosfeer vrijkomen.
Koudecircuit niet beschadigen.
Gevaar voor letsel door verkeerd geïnstalleerde leiding
Vluchtwegen en nooduitgangen moeten vrij toegankelijk zijn.
De leiding zo monteren, dat er geen gevaar voor personen bestaat.
Voor het monteren op het volgende letten:
leiding zo kort mogelijk houden.
bij montage in schachten met andere toevoerleidingen (b.v. een hete
rookgasbuis), kan een wisselwerking optreden. De toevoerleidingen zonodig
isoleren.
de leiding niet in een liftschacht monteren.
in openbare trappenhuizen en gangen minstens op een hoogte van 2,20 m
monteren.
leidingen door brandwerende wanden en plafonds, brandwerend afdichten.
bescherm de leiding tegen overmatige belasting (niet verdraaien, niet als steun
gebruiken).
bescherm de leiding tegen omgevingsinvloeden, b.v. vuil, afval, water.
Om beschadiging te voorkomen, de leiding eventueel van een bemanteling
voorzien.
37-160
5 Installatie