De volgende fouten mogen alleen door gekwalificeerde vakspecialisten verholpen worden:
code
oorzaak
te weinig oververhitting
22
te weinig oververhitting
overmatige oververhitting
23
overmatige oververhitting EVI
24
te weinig koudemiddel
25
hogedrukstoring
26
condensatietemperatuur te laag
27
condensatietemperatuur te hoog
28
verdampingstemperatuur te laag
29
verdampingstemperatuur te hoog
30
warmtepomp niet compatibel
32
de regelaar EC heeft geen verbinding naar de
33
uitbreidingsmodule EM-HK
83315344 2/2022-12 Ch
Montage- en bedieningsvoorschrift
Lucht/water-warmtepomp Biblock® WBB 12 ... WBB 20 (binnenunit)
129-160
10 Problemen oplossen
oplossing
Als de fout herhaaldelijk optreedt:
Oververhitting controleren.
Aanzuiggasvoeler compressor (T4)
controleren.
Lagedruksensor (P1) controleren.
Aandrijving expansieventiel controleren.
Koudecircuit controleren.
De lengte van de koudemiddelleiding is foutief
ingesteld. Verschijnt op apparaten die met een
oudere versie dan V3.3 geleverd zijn (versie
WWP-EC WBB ) [hfst. 6.7.1.2].
Update de besturingssoftware.
De enkele lengte van de geïnstalleerde
koudemiddelleiding tussen de binnen- en
buitenunit instellen [hfst. 6.7.5.2].
Als de fout herhaaldelijk optreedt:
Oververhitting controleren.
Aanzuiggasvoeler compressor (T4)
controleren.
Lagedruksensor (P1) controleren.
Aandrijving expansieventiel controleren.
Koudecircuit controleren.
Als de fout herhaaldelijk optreedt:
Koudecircuit controleren.
Lekdetectie uitvoeren.
Als de fout herhaaldelijk optreedt:
Koudecircuit controleren.
Lekdetectie uitvoeren.
Warmteafname controleren.
Hoge gewenste warmtapwatertemperaturen
vermijden.
Zorg ervoor dat de warmtepomp binnen de
bedrijfsgrenzen werkt.
Instelling overstroomventiel controleren.
De verwachte bedrijfstoestand wordt niet bereikt
bij hoge buitentemperatuur en lage
aanvoertemperatuur.
Verwarm de installatie met de 2e warmtebron.
Warmteafname controleren.
Instelling overstroomventiel controleren.
Debiet verwarmingswater controleren.
Controleer of de warmtewisselaar ijsvrij is.
Werking ventilator controleren.
Koudecircuit controleren.
De bedrijfsgrens van de warmtepomp is
overschreden.
Zorg ervoor dat de warmtepomp binnen de
bedrijfsgrenzen werkt.
Voedingsspanning compressor controleren.
Controleer de voedingsspanning van de
aansluitklemmen naar het koudemiddelcircuit.
Raadpleeg de Monarch serviceafdeling.
Verbindingskabel tussen de regelaar en de
uitbreidingsmodule controleren.