Een storing van het hoofdslot kan ertoe leiden dat deze na het vergrendelen niet meer geopend kan worden. Indien een functietest wordt
uitgevoerd bij een gesloten deur, kan het zeer moeilijk zijn de deur weer open te krijgen zonder schade aan te richten.
Voer de functietest daarom in eerste instantie altijd uit als de deur open is.
5.5.2
Controle bij geopende deur
H39.MFVRS012NL-01
Meerpuntssluitingen met sleutelbediening, hoofdslotkast-set
KFV – Montagehandleiding
Werking van de deurkruk
controleren
f Beweeg de deurkruk geheel
naar beneden.
De deurkruk moet gemakkelijk
bewogen kunnen worden en de
dagschoot moet naar binnen
getrokken worden.
f Laat de deurkruk los.
De deurkruk moet automatisch
in de uitgangspositie terugkeren
en de dagschoot moet volledig
uitschuiven.
Werking van de dagschoot met de
sleutel.controleren.(wisselfunctie).
f Draai de sleutel en houd deze in
de ontgrendelde positie.
De dagschoot moet gemakkelijk
en volledig naar binnen worden
getrokken.
f Laat de sleutel los.
De dagschoot moet volledig
uitschuiven.
Sleutel verwijderen
f Breng de sleutel in verwijde-
ringspositie en trek de sleutel
eruit.
De sleutel moet gemakkelijk uit de
profielcilinder getrokken kunnen
worden.
03.2020
15/20