i. Laat het takel nooit
werken wanneer de hijshaak
aan een vast voorwerp is
bevestigd.
j. Belast nooit de punt van
de hijshaak gebruik de
lastketting nooit als
stropketting. Gebruik
altijd de juiste stroppen
en bevestigingsmaterialen.
Uq. 12
k. Laat de last nooit zwaaien
en voorkom schokbelasting
tijdens heffen en zakken.
Dit kan grote overbe-
lasting veroorzaken.
1. Bij extreme koude verliest
de lastketting zijn
elasticiteit en dient er
uiterst voorzichtig te
worden gewerkt.
m. loop nooit onder een last
door.
2-2 Zorg na gebruik
a. Schakel na gebruik de
stroom af.
b. Laat na gebruik nooit een
last in het takel hangen
7
n. Laat de last niet in
aanraking komen met de
kettingbeker.
Deze kan daardoor bescha-
digen en een goede ketting
inloop verstoren waarbij
schade aan het takel kan
ontstaan.
o. Vermijd veelvuldig milime-
teren en abrupte verande-
ring van draairichting,
laat alvorens van richting
te veranderen het takel
eerst volledig tot stil-
stand komen. Bij takels
met twee snelheden dient
vanuit de laagste snelheid
te worden gestopt en nooit
direct vanuit de hoogste
snelheid.
p. Wanneer de loopkat is
gemonteerd laat deze dan
nooit met kracht tegen de
eindstop van de balk
lopen. Dit kan schade
veroorzaken aan takel en
loopkat.
q. Wanneer de motor een
vreemd geluid maakt, rookt
of stopt, stop dan direct
en controleer de volgende
punten : overbelasting i
werking eindschakelaarsi
defecte zekeringispan-
ningsvali onjuiste aan-
sluiting in stroomcircuit
defecte contacten i losse
bedrading etc.
(zie sectie
4-1)
c. Leg de bedieningsscha-
kelaar nooit op de grond
of dergelijke om ongewild
indrukken of beschadi-
gingen te voorkomen. Hang
de schakelaar op veilige
hoogte op.
d. Houdt het takel weg van
regen en vracht. Bij
buiten montage
hierop letten.