2-3 Controle en onderhoud
Om een veilig economisch en langdurig gebruik te verzekeren moet
het
takel
dagelijks,
maandelijks
en
jaarlijks
worden
gecontroleerd.
De inspecties en eventuele reparaties dienen door bevoegde en
deskundige
personen
te
worden
uitgevoerd
en
op
een
inspectierapport te worden geadministreerd.
a. Schakel de stroomtoevoer
uit alvorens met de controles
te beginnen en hang aan het
takel de mededeling dat deze
wordt geïnspecteerd.
Inspecties mogen alleen in
onbelaste staat geschieden.
b. Voor reparaties en onderdelen
gelieve u contact op te nemen
met uw leverancier.
DAGELIJKSE INSPECTIE PUNTEN
c.
GEBRUIK UITSLUITEND
ORIGINELE ONDERDELEN.
Voor elke ingebruikname dient het takel nauwkeurig op de volgende
punten te worden gecontroleerd.
a. De ketting dient over de
gehele lengte goed
gesmeerd te zijn.
b. De ketting mag niet
gedraaid zijn.
fig. 13
juiste ketting
gedraaide ketting
c. De kettingopvangbeker
dient goed te zijn
bevestigd.
d. De haken en veiligheids-
clips mogen niet verbogen
zijn.
8
e. De onderhaak moet vrij
kunnen draaien
f. Er mogen zich geen obsta-
kels in de weg bevinden
welke onbelemmerd hijsen
of zakken kunnen verhin-
deren.
g. De drukknopschakelaar
dient soepel te werken.
h. Let op het juiste voltage.
i. De eindschakelaars en de
rem dienen naar behoren te
functioneren.
j. Wanneer een loopkat aan
het takel is gemonteerd
dan dient de balk vrij te
zijn van obstakels en
beschadigingen. De
toevoerkabel moet vrij
kunnen bewegen en geen
tekenen van slijtage
vertonen.