Q-135DL24-TR Rev.A
4.2.9 Nooddaalvoorziening
In het geval van nood kan het platform dalen door het nooddaalventiel op de hefcilinder te
openen. Dit gebeurt door de knop aan de zijkant uit te trekken. Let op! Indien het platform nog
uitgeschoven is, kan dit door middel van de handpomp (Afb. 8) welke zich aan de rechterzijde
van de ventielkast bevindt, handmatig ingeschoven worden.
Afb. 7 Nooddaalvoorziening
1. Nooddaalvoorziening
4.2.10 Leiding-/slangbreukbeveiliging
Op de hefcilinder is een elektrisch gestuurd ventiel
aangebracht (Afb. 9). Dalen is alleen mogelijk met
een stuursignaal vanaf de bedieningskast, ook in
geval van slangbreuk.
De maximale daalsnelheid is begrensd door een in
de cilinder ingebouwde smoring.
12-10-2007
82
Afb. 8 Handpomp
Afb. 9 Leiding-/slangbreukbeveiliging
1. Leiding-/slangbreukventiel
158
83
Blz. 19