2.
Plaats de inlegdraad aan de achterkant van het knoopsgatvoetje, geleid de twee
uiteinden van de inlegdraad naar de voorkant van het voetje, leg ze in de gleuven en
bind ze daar tijdelijk vast.
3.
Breng het naaivoetje omlaag en begin met naaien.
* Stel de steekbreedte overeenkomstig de diameter van de inlegdraad in.
4.
Trek de inlegdraad strak nadat het knoopsgat is voltooid, en knip de uiteinden af.
BALANS LINKER EN RECHTERKOLOM VAN KNOOPSGAT
De steekdichtheid aan de rechter-
en linkerzijde van het knoopsgat
kan met de balansknop naast het
handwiel worden ingesteld.
Deze knop moet normaal gespro-
ken in de neutrale stand staan
(tussen + en -).
Als de steken aan de linkerkant
van het knoopsgat te dicht bij
elkaar staan, draai de knop dan
naar links (+). Door de knop
naar links te draaien, liggen
de zigzagsteken van de linker
stekenkolom verder uit elkaar.
Als de steken aan de linkerkant van
het knoopsgat te ver van elkaar
af staan, draai de knop dan naar
rechts (-). Door de knop naar rechts
te draaien, liggen de zigzagsteken
van de linker stekenkolom dichter bij
elkaar (grotere dichtheid).
De steek aan de rechterzijde van
het knoopsgat wordt ingesteld met
behulp van het steeklengtewieltje.
27