Naam en functie van de onderdelen
Symboolbeschrijving
Aan/Stand-by
Heet oppervlak
Polariteit van gelijk-
Gelijkstroom
stroomaansluiting
Hier beginnen
1. De Li-ion batterij installeren
Laad voordat u de printer de eerste keer gebruikt,
de Li-ion batterij (C52CE97010) op. Lees ook de
veiligheidswaarschuwingen voor oplaadbare
batterijen eerder in deze handleiding.
Raadpleeg "Lithium-ionenbatterij C52CE97010
Gebruiksaanwijzing" voor meer informatie over
het hanteren van de Li-ion batterij.
1. Open het batterijdeksel.
2. Plaas de Li-ion batterij in de
juiste richting.
De Li-ion batterij laden
U kunt de speciale Li-ion batterij (C52CE97010) opladen met de
printer.
Sluit om de batterij te laden, de stroomadapter aan op de
printer als de Li-ion batterij is geïnstalleerd.
Laad-LED
Aan het laden
Laden voltooid
Laadfout
OPMERKING
• De Li-ion batterij kan niet worden opgeladen tijdens het afdrukken.
• Als de opgeladen Li-ion batterij snel leeg lijkt te raken, vervangt u
deze door een nieuw exemplaar.
• In de volgende gevallen is er waarschijnlijk een laadfout of batte-
rijfout. Neem contact op met de ondersteuningsdienst van Epson.
- De laad-LED knippert tijdens het laden.
- Een nieuwe Li-ion batterij heeft aanzienlijk langere tijd nodig om
te laden dan de geschatte laadtijd (minder dan 3 uur).
Alkaline batterijen
gebruiken
U kunt alkaline batterijen
gebruiken in plaats van de Li-ion
batterij. Zorg er bij het gebruik
van alkaline batterijen voor dat
deze in de juiste richting worden
geplaatst.
LET OP
Als u 30 minuten continu hebt afgedrukt met alkaline batterijen,
gebruikt u de printer minimaal een uur niet om de batterijen af te
laten koelen.
2. Een tapecassette plaatsen
LET OP
• Zorg ervoor dat het apparaat uitgeschakeld is.
• U kunt geen andere tape dan LK-tape gebruiken.
• Zorg ervoor dat het deksel goed gesloten is.
• Als u het deksel hebt geopend terwijl er een tapecassette
geplaatst was, controleert u of het tape-uiteinde
in de tape-uitgang is geplaatst voordat u begint met
de bediening.
• Zorg ervoor dat het etiket voor het detecteren van
de tapecassetten en de sensor van de printer schoon
blijven.
Anders kan de tape niet meer goed gedetecteerd
worden.
• Raak de sensor niet rechtstreeks met uw vingers aan.
Etiket voor detectie
Sensor
1. Voert de tape in en snijdt deze af.
2. Tape-uitgang
3. Drukt een etiket af. Houd
ingedrukt en druk hierop om
af te drukken met een speciale afdrukfunctie.
4. Maakt een algemeen etiket of gaat uit de speciale etiketmodus.
5. Lettertoetsen
6. Shift
7. Voert een teken met een accent in.
8. Wijzigt de invoermethode van de tekentoetsen. Houd
ingedrukt en druk hierop voor caps lock.
9. Maakt een etiket met een volgnummer. Houd
druk hierop om etiketten te maken met volgnummers voor blokken.
10. Maakt een barcode-etiket.
11. Voert een symbool in.
12. Pijltoetsen
13. Bevestigt de instellingen.
14. Voegt een blok toe.
15. Stelt de marges in.
16. Stelt de tapelengte in. Houd
ingedrukt en druk hierop
om de tekstrichting te wijzigen.
17. Stelt het formaat en de stijl in.
18. Wijzigt de lettergrootte. Houd
ingedrukt en druk
hierop om de lettergrootte te wijzigen.
19. Spatie
20. Maakt een speciaal etiket.
21. Verwijderen Houd
ingedrukt en druk hierop om alle
tekst en/of instellingen te wissen.
22. Zet de printer aan en uit.
23. Geeft een voorbeeld van het gemaakte etiket. Houd
ingedrukt en druk hierop om voorkeuren weer te geven.
24. Slaat alle etiketten op en roept ze weer op.
25. Display
WAARSCHUWING
Zorg ervoor dat u de speciale Li-ion batterij (C52CE97010) gebruikt. Het
gebruik van een andere batterij dan opgegeven kan leiden tot brand, explo-
sie, lekkage, oververhitting of andere schade.
LET OP
Volg de toepasselijke afvalwetgeving wanneer u de batterijen weggooit.
3. Sluit het batterijdeksel.
De stroomadapter aansluiten
Sluit de stroomadapter aan zoals hieronder weergegeven.
Label Editor gebruiken
Label Editor is een applicatiesoftware voor het
bewerken van etiketten.
Als deze software op uw computer is geïnstalleerd, kunt
u de gemaakte etiketdata overzetten naar de printer.
Raadpleeg "Label Editor Gebruikershandleiding" voor
meer informatie over het installeren en bedienen van de
software.
1. Sluit de USB-kabel aan op de printer.
2. Sluit de andere connector van de USB-kabel
op de computer aan.
OPMERKING
Zie de Handleiding van de LW-Z900 (PDF) voor het overzet-
ten van etiketdata. U kunt deze downloaden van uw lokale
Epson website.
1. Spoel het inktlint terug.
3. Plaats een tapecassette.
Gebruik
een pen of
potlood.
Plaats het
uiteinde van
de tape in de
uitvoersleuf van
de tape.
2. Open het deksel aan de
4. Sluit het deksel.
bovenzijde.
Deksel
Display
ingedrukt en
Het display toont de huidige instellingen en tekens
die u hebt ingevoerd.
U kunt de taal van het instellingenscherm en -menu
wijzigen.
"Taal" bij "Printerinstellingen wijzigen"
1. Formuliernaam
2. De tapebreedte en -lengte instellen
De eenheid kan worden gewisseld tussen inch en cm.
"inch:cm" bij "Printerinstellingen wijzigen"
3. Invoermodus voor symbolen
4. Caps Lock AAN
5. Blokkennummer
6. Rijnummer
7. Cursor
8. Kleur van af te drukken tekst
9. Tapekleur instellen
10. Resterend batterijpeil
11. Tekengrootte
12. Etiketstansmethode
13. Tapetype instellen
3. Het apparaat inschakelen
1. Druk op
.
Automatische uitschakeling
Als er binnen vijf minuten geen toets wordt ingedrukt, wordt de
printer automatisch uitgeschakeld. (De tekens die u hebt ingevoerd
tijdens de huidige sessie worden opgeslagen.) Daarnaast, als er binnen
een uur geen toets wordt ingedrukt terwijl de printer is aangesloten
op een computer, wordt de printer automatisch uitgeschakeld.
4. Tekst invoeren
1. Druk op
+
.
2. Druk op
.
3. Druk op
.
Er verschijnt een lijst met tekens.
4. Selecteer een teken met
druk op
.
"â" wordt ingevoerd.
5. Druk op de toetsen: , ,
"Câble" verschijnt op het scherm.
6. Druk op
+
.
"#" wordt ingevoerd.
7. Druk op de toetsen: , ,
Het gemaakte etiket opslaan:
opslaan"
Het lettertype wijzigen:
De tekengrootte wijzigen:
5. Een etiket afdrukken
1. Druk op
.
Autom. snijden etiket Uit zetten.
"Autom. snijden" bij "Printerinstellingen wijzigen"
Afdrukken met speciale afdrukfuncties
"Afdrukfuncties gebruiken"
Het afdrukvoorbeeld controleren
1. Druk op
.
Het afdrukvoorbeeld rolt over het scherm.
Als het voorbeeld klaar is, verschijnt het
bewerkingsscherm weer.
6. Het etiket aanbrengen
1. Verwijder het beschermvel
aan de achterzijde.
7. Het apparaat uitschakelen
1. Druk op
.
De tekens die u hebt ingevoerd tijdens de
huidige sessie worden opgeslagen, zelfs
nadat de printer wordt uitgeschakeld.
Ze worden weergegeven wanneer het
apparaat weer wordt aangezet.
2. Open het batterijdeksel en
verwijder de Li-ion-batterij.
Koppel de stroomadapter los van de
printer als deze is vastgekoppeld.
Reinigen
LET OP
Zet de printer uit en verwijder de batterijen voor het reinigen.
Koppel de stroomkabel los van de printer als deze is vastgekoppeld.
Buitenzijde
Verwijder vuil met een zachte doek.
Hardnekkig vuil verwijdert u met een uitgewrongen vochtige doek.
LET OP
Gebruik nooit chemische reinigingsmiddelen of oplosmiddelen zoals
benzeen, verdunner, alcohol of sprays.
Printkop
Reinig de printkop met een wattenstaafje.
De instellingen initialiseren
Initialiseer de instellingen als de printer niet goed functioneert,
bijvoorbeeld als de weergave wordt onderbroken.
Aandacht
Deze functie initialiseert de instellingen. Wees bijzonder voorzichtig alvorens te initialiseren. Alle
aangemaakte tekst zal verloren gaan en de instellingen die u hebt gemaakt, worden gereset.
1. Als het apparaat is ingeschakeld, drukt u op
2. Houd
+
ingedrukt en druk op
3. Wanneer er een bericht verschijnt, drukt u op
De instellingen worden geïnitialiseerd.
OPMERKING
Om de initialisatie te annuleren, drukt u op een andere toets dan
De tape invoeren
LET OP
Zorg ervoor dat de tape wordt ingevoerd nadat u een
tapecassette hebt geplaatst.
1. Druk op
2. Selecteer een functie met
druk dan op
Tape invoeren
Voert de tape in.
Invoeren en snijden
Voert de tape in en snijdt de tape dan.
Tekst verwijderen
1. Druk op
Een teken wordt achterwaarts verwijderd.
Alle tekst verwijderen
1. Druk op
/
en
2. Selecteer een functie met
druk dan op
Alleen tekst
Verwijdert alle tekst.
Tekst & inst.
Verwijdert alle tekst en zet de tekengrootte
en andere instellingen terug naar de
begininstellingen.
Gehele formaat
Verwijdert alle tekst en geeft het scherm
Algemeen bewerken weer. Afhankelijk van het
etikettype dat u maakt, wordt "Gehele formaat"
"Veelgebruikte etiketten
niet weergegeven.
"Het lettertype wijzigen"
"De tekengrootte wijzigen"
LET OP
• Steek uw vingers niet in de uitvoersleuf van de tape.
• Trek niet aan de tape voordat het afdrukken is voltooid.
Aandacht
• "Plaats tape" verschijnt op het display als de tapecas-
sette niet is geladen of niet correct ingesteld.
• De lengte van het etiket op het display is een bena-
dering en komt mogelijk niet exact overeen met de
lengte van het afgedrukte etiket.
• Etiketten langer dan 16 m kunnen niet worden afgedrukt.
OPMERKING
• Druk om het afdrukken te annuleren, op
• Afhankelijk van uw marge-instellingen of het etiket-
type, kan de tape voor het afdrukken worden inge-
voerd en afgesneden.
LET OP
2. Bevestig het etiket en
Afhankelijk van de omgeving waarin u etiketten ge-
bruikt en de aard van het hechtoppervlak, kunnen de
wrijf het stevig vast.
etiketten loskomen of verkleuren en kan er kleefstof
achterblijven of het hechtoppervlak beschadigen. Con-
troleer de omgeving en de aard van het hechtopper-
vlak voor gebruik. Epson is niet verantwoordelijkheid
voor schade of verlies door voornoemde oorzaken.
LET OP
• Tijdens het uitschakelen van de printer wordt het
bericht "Geen stroom" weergegeven. Verwijder de
Li-ion-batterij niet en koppel de stroomadapter niet
los voordat dit bericht verdwijnt.
• Verwijder de batterijen (Li-ion-batterij of alkaline
batterijen), haal de stroomadapter los en verwijder
de tapecassette uit de printer als u de printer langere
tijd niet gebruikt.
om het uit te schakelen.
.
.
.
.
/
en
.
.
+
.
/
en
.
.