Het in- en uitschakelen van de
afzuiging
Voor lichte tot zware kookdampen en
geuren kunt u kiezen tussen de vermo-
gensstanden 1 tot en met 3.
Wanneer u aanbraadt waarbij veel
damp en geur vrijkomt, raden wij u aan
om stand B, de "boosterstand", te ge-
bruiken.
Schakel de ventilator in met de scha-
kelaar en kies de gewenste vermo-
gensstand.
Afzuiging uitschakelen
Het is aan te bevelen om de afzuiging
nog enkele minuten te laten werken.
Dan wordt de keukenlucht gezuiverd
van eventueel nog aanwezige dampen
en geurtjes.
U kunt de afzuiging uitschakelen door
de ventilatorschakelaar op 0 te zet-
ten.
Kookplaatverlichting in- en uit-
schakelen
De kookplaatverlichting kunt u onafhan-
kelijk van de afzuiging in- en uitscha-
kelen.
Schakel de kookplaatverlichting met
de verlichtingsschakelaar in (1) en
uit (0).
Bediening
17