middel, alcohol of warm water kan worden bevochtigd.
Gebruik voor het reinigen van het gehele instrument een zachte, licht met zeepsop bevochtigde doek. Er mag in geen
geval water binnendringen in het instrument. Mocht er toch water in het instrument komen, verwijder dan onmiddellijk de
batterij.
Gebruik het instrument pas weer als deze volledig droog is.
Gebruik geen agressief reinigingsmiddel.
Dompel het instrument nooit onder in water.
Bewaar de thermometer altijd met het beschermkapje op zijn plaats, om de sensorpunt te beschermen.
Het instrument niet opslaan of gebruiken in een ruimte met een te hoge of lage temperatuur of luchtvochtigheid (zie
technische specificaties), in het zonlicht of in verbinding met elektrische stroom, of in een stoffige ruimte. Dit kan leiden
tot onnauwkeurigheden.
Verwijder bij langdurig bewaren vooraf de batterij.
Het instrument moet na 3 jaar meettechnisch worden getest (gekalibreerd). Stuur hiertoe het instrument in zijn geheel naar
de dealer of het servicepunt.
Verwijder het toestel conform het Besluit Afval van Elektrische en Elektronische Apparaten 2002/96/EC – WEEE
(Waste Electrical and Electronic Equipment). Voor nadere informatie kunt u zich richten tot de bevoegde instanties
voor afvalverwijdering.
9. Technische informatie:
Aanwijzing: Bij gebruik van het instrument in afwijking van de specificaties kan niet worden gegarandeerd dat het instru-
ment correct functioneert!
Technische aanpassingen ter verbetering en verdere ontwikkeling van het product voorbehouden.
Model
Meetbereik
Meetnauwkeurigheid, laboratorium Voorhoofdthermometermodus: ± 0,3 °C (±0,5 °F) van 34 °C - 42,2 °C (93,2 °F - 108 °F)
Tijd tussen twee metingen
Meetbereik
FT 60
Voorhoofdthermometermodus: 34 °C - 42,2 °C (93,2 °F - 108 °F)
SCAN-modus: -22 °C – 80 °C (-7,6 °F – 176 °F)
SCAN-modus: ± 0,3 °C (±0,5 °F) van 22 °C - 42,2 °C (-71,6 °F - 108 °F)
± 2 °C (±4 °F) van > 42,2 °C < 22 °C (>108 °F < 71,6 °F )
Ten minste 5 seconden
°Celsius (°C) of °Fahrenheit (°F)
9