Bediening
3.7
Instellen van de vormer
- Afb. 14, Afb. 15, Afb. 16 -
Een onberispelijke hechting is alleen maar gewaarborgd, als de vormer E zo ver inzwaaid, dat de hecht-
draad (Pijl B) precies onder het groefmidden (Pijlen A) van de buigunit Q komt.
Met een op de clincherkast gelegde spiegel T kan de instelling aan de ingebouwde hechtkop makkelijk
gecontroleerd worden. De vormer E moet de draad (Pijl B) precies in de lijn tot groef (Pijlen A) van de
buigunit Q houden.
- Losdraaien van de klemschroef W.
- Draaien van de excentrische vormeraanslag R tot de lijn precies is bereikt.
- Vasttrekken van de klemschroef W.
Bij wissel van de hechtdraadsterkte moet de vormerinstelling gecontroleerd, eventueel gecorrigeerd wor-
den.
Hohner Maschinenbau GmbH
HK 52/8 S
33