koel/verw-sensor
Als één enkele ruimte de werkwijze van de hele installatie moet bepalen, wordt
er een ruimtesensor (BT74) aangesloten op de SMO 40. Deze sensor bepaalt
wanneer het tijd is om te schakelen tussen koelen en verwarmen voor de hele
installatie.
LET OP!
Als de verwarmings-/koelingssensoren (BT74) zijn aangesloten en ge-
activeerd in menu 5.4, dan kan er geen andere sensor worden gese-
lecteerd in menu 1.9.5.
inst pt-wrd koel/verw-sensor
Hier kunt u instellen bij welke binnentemperatuur SMO 40 moet schakelen tussen
respectievelijk verwarming en koeling.
verw. bij ondertemp. kamer
Hier kunt u zien hoever de kamertemperatuur onder de gewenste temperatuur
kan dalen voordat de SMO 40 overschakelt naar verwarmen.
koeling bij overtemp. kamer
Hier kunt u zien hoever de kamertemperatuur boven de gewenste temperatuur
kan stijgen voordat de SMO 40 overschakelt naar koelen.
larm rumsgivare kyla
Dit is waar u instelt of de SMO 40 een alarm moet geven als de ruimtesensor
wordt ontkoppeld of onderbroken tijdens het koelen.
actieve koeling starten
Hier kunt u instellen wanneer de actieve koeling moet starten.
Graadminuten zijn een meting van de huidige warmtevraag in de woning en be-
palen wanneer de compressor, de koeling of de bijverwarming wordt gestart/ge-
stopt.
stapverschil compressors
LET OP!
Deze insteloptie wordt alleen weergegeven als koeling is geactiveerd
in menu 5.2.4.
Hier wordt het verschil in gradenminuten ingesteld voor het opstarten van de
volgende compressor.
42
Hoofdstuk 3 | SMO 40 – tot uw dienst
NIBE SMO 40