Inhoudsopgave
Advertenties
Controleer na het monteren en opladen of:
• De beweging van de tilarm overeenkomt
met de knoppen op de handbediening/
het bedieningspaneel.
• De nooddaalfuncties werken
(mechanisch en elektrisch).
De lift kan worden bediend met de handbediening of via het bedieningspaneel.
Omhoog / Omlaag, bijstellen
van de tilbeweging
omhoog / omlaag, (langzaam)
Uit / In, bijstellen van
de onderstelbreedte
Snoer
Handbediening
De richting van de pijlen geldt als de handbediening wordt
vastgehouden zoals getoond. Het tillen en de beweging van
het onderstel stoppen zodra de drukknop wordt losgelaten.
Symbolen en indicatielampjes (
IR - communicatie, (groen lampje)
- Ontvangt/zendt IR-signalen.
Overbelasting (oranje lampje)
- Brandt als de maximale belasting van de lift
is overschreden, en de lift stopt. De indicator
gaat na 3 sec uit, en de lift werkt weer.
Activeren
Noodstop
Activeren:
Druk op de rode knop op de bedieningskast.
Reset:
Draai de knop in de door de pijlen op de knop
aangegeven richting.
Viking M / Viking L / Viking XL
Bediening
Liko Diagnostic System™
Reset
•
7NL137106-02
• De wielremmen goed werken.
• De breedte-instelling van het onderstel
goed werkt.
• de accu wordt opgeladen.
Bedieningspaneel
Het paneel heeft 6 drukknoppen. Zie hieronder voor de
symbolen en indicatielampjes van het bedieningspaneel.
) op het bedieningspaneel:
Onderhoudsindicatie (oranje lampje)
-
Brandt als er onderhoud nodig is. Neem contact op met de door Liko/
Hill-Rom aangewezen
onderhoudstechnicus.
Verwachte levensduur (ELT) (rood lampje)
- Als het lampje knippert tijdens het tillen geeft het Liko Diagnostic
System™ daarmee aan dat de verwachte levensduur voor de lift bijna
beëindigd is. Neem contact op met de door Liko/Hill-Rom aangewezen
onderhoudstechnicus.
Als het ELT-lampje tijdens het tillen continu gaat branden moet
de lift buiten gebruik worden gesteld. Neem contact op met de door
Liko/Hill-Rom aangewezen onderhoudstechnicus.
Ontgrendelen
Vergrendelen
(Viking M)
Vergrendelen van de wielen
De achterwielen kunnen worden vergrendeld zodat ze niet
meer kunnen draaien en zwenken. De wielen worden met
de voet vergrendeld/ontgrendeld.
Als de wielen tijdens het tillen vergrendeld zijn kan
de lift kantelen.
OPMERKING: Tijdens het tillen moeten de wielen ontgrendeld
zijn zodat de lift kan worden verplaatst naar het zwaartepunt
van de patiënt. De wielen moeten echter worden vergrendeld
als de lift, bijvoorbeeld bij het tillen vanaf de vloer, tegen
de patiënt kan gaan botsen.
6
omhoog,
Omhoog
(langzaam)
Omlaag omlaag,
(langzaam)
Onderstel breder
Onderstel smaller
Ontgrendelen
Vergrendelen
(Viking L, Viking XL)
w w w .l i k o. com
Advertenties
Inhoudsopgave
