11 Belfuncties
De telefoon ondersteunt een aantal belfuncties
waarmee u gesprekken kunt afhandelen en
beheren.
Automatisch ophangen
Als u een gesprek wilt beëindigen, plaatst u de
handset op het basisstation of op de lader.
Automatisch ophangen activeren/
deactiveren
1
Druk op MENU.
2
Selecteer [PERS. INSTEL] > [AUT.
OPHANGEN] en druk op [OK] om te
bevestigen.
3
Selecteer [AAN]/[UIT] en druk op [OK]
om te bevestigen.
De instelling wordt opgeslagen.
»
Opmerking
•
Wanneer automatisch ophangen is
uitgeschakeld, is de luidspreker automatisch
ingeschakeld.
Automatische conferentie
Als u met een andere handset wilt deelnemen
aan een extern gesprek, drukt u op
Automatische conferentie activeren/
deactiveren
1
Druk op MENU.
2
Selecteer [GEAVANC.INST] >
[CONFERENTIE] en druk op [OK] om
te bevestigen.
NL
28
3
Kiesmodus
•
Deze functie is uitsluitend van toepassing
op modellen die zowel puls- als toonkiezen
ondersteunen.
De kiesmodus moet worden ingesteld op het
telefoonsignaal dat in uw land wordt gebruikt.
De telefoon ondersteunt toonkiezen (DTMF)
en pulskiezen (kiesschijf). Neem voor meer
informatie contact op met de serviceprovider.
De kiesmodus instellen
1
2
3
•
Als de telefoon is ingesteld op de modus voor
pulskiezen, drukt u tijdens een gesprek op
om tijdelijk om te schakelen naar de modus
voor toonkiezen. Op het scherm wordt 'd'
weergegeven. De cijfers die voor dit gesprek
worden ingetoetst, worden vervolgens als
toonsignalen verzonden.
.
Selecteer [AAN]/[UIT] en druk op [OK]
om te bevestigen.
De instelling wordt opgeslagen.
»
Opmerking
Druk op MENU.
Selecteer [GEAVANC.INST] >
[KIESMODUS] en druk op [OK] om te
bevestigen.
Selecteer de kiesmodus en druk
vervolgens op [OK] om te bevestigen.
De instelling wordt opgeslagen.
»
Opmerking