Installatie- en gebruikshandleiding | idOil Solar
8.2
Onderhoudsmaatregelen
De sensoren moeten worden schoongemaakt in combinatie met onderhoudsinspecties. U
kunt de sensoren bijvoorbeeld reinigen met afwasmiddel en een afwasborstel.
Gebruik geen corrosieve stoffen om de sensoren schoon te maken.
8.3
Oplossen van meest voorkomende problemen
De instructies voor elektrische veiligheid respecteren
PROBLEEM:
Uitleg:
Actie:
ONTPLOFFINGS GEVAAR!
Respecteer de installatie- en onderhoudsinstructies voor explosieve omgevingen!
Het meetapparaat moet Exi-geklasseerd zijn als de te controleren sensor zich in een
explosieve zone bevindt.
PROBLEEM:
Uitleg:
Actie:
Neem contact op met de lokale vertegenwoordiging of servicedienst van Labkotec Oy.
Het scherm is donker nadat op d e reset/testknop werd
gedrukt.
De spanning die door het apparaat werd ontvangen is te laag of de
zekering is gesprongen.
1. Controleer eerst of de spanning niet door de hoofdschakelaar
werd afgesloten.
2. Meet de spanning van de koppelingen + en -. Het zou 11–17 V
DC moeten zijn.
Storingsalarm aan (de achtergrondverlichting van het scherm
knippert)
De sensorkabel is kortgesloten, afgeknipt of losgekoppeld van de
koppeling. De sensor kan ook beschadigd zijn.
1. Meet de spanning van de sensorkoppelingen van de sensoren
afzonderlijk. De spanning moet 9,0–11,5 V bedragen.
2. Indien de spanning correct is, meet u de stroom die door de
sensor wordt ontvangen, deze zou binnen de 10 seconden
tussen 6,0-8,0 mA bedragen.
3. Koppel de losgekoppelde draad na de meting opnieuw aan.
De draden van de sensorkabel zijn niet genummerd omdat de
polariteit van de spanning (+ of -) geen verschil maakt.
54/62
DOC001599-NL-6