Inhoudsopgave
Advertenties
10 Ingebruikname
Schakel de bedrijfsspanning in na montage en aansluiting. Het toegangssysteem geeft een kort geluidssignaal en de
toetsenverlichting wordt geactiveerd. De LED brandt rood - dit geeft aan dat het toegangssysteem in stand-bymodus
staat.
Het toegangssysteem schakelt de toetsenverlichting na 20 seconden automatisch uit als er geen contact met het
sensorveld wordt gedetecteerd.
U kunt nu beginnen met programmeren, zie volgend hoofdstuk.
11 Programmering
Belangrijk!
Wij raden u aan alle instellingen te noteren. Zo kunt u ook na lange tijd alle programmeringen begrijpen
en indien nodig aanpassen aan nieuwe eisen.
U moet ook de toegangsgegevens (bijv. gebruikersnaam, geheugennummer, gebruiker-PIN, transponder-
nummer) registreren om een overzicht te houden van wie toegang heeft. Het is het zo ook heel eenvoudig
om individuele gebruiker-PINs, gebruikerstransponders of gebruikersvingerafdrukken te verwijderen.
Het toegangssysteem kan natuurlijk naar de fabrieksinstellingen worden teruggezet - alle instellingen
gaan daarbij verloren (opgeslagen PINs, transponders en vingerafdrukken blijven in dit geval behouden
en moeten eventueel afzonderlijk worden gewist).
Het bedieningspaneel wordt gebruikt voor de programmering.
Een mastertransponder of mastervingerafdruk kan ook worden gebruikt om gebruiker-PINs/-transponders/-vingeraf-
drukken aan te leren of te verwijderen.
In het toegangssysteem kunnen maximaal 10 "Bezoeker"-PINs of -transponders worden opgeslagen. Voor elk van de
bezoeker-PINs/-transponders kan worden geprogrammeerd na welk aantal toegangspogingen (instelbaar zijn 1 - 10
pogingen) de PIN/transponder ongeldig wordt.
U kunt een bezoekerstransponder bijvoorbeeld zo programmeren dat deze slechts één keer toegang ver-
leent. Deze wordt dan automatisch uit het geheugen van het toegangssysteem verwijderd en dus ongeldig
gemaakt.
Er zijn 1000 geheugens voorzien voor de transponders en vingerafdrukken:
Geheugennummer 0 - 98: Gebruikersvingerafdrukken
Geheugennummer 99: mastervingerafdruk
Geheugennummer 100 - 989: Gebruiker-PINs en/of gebruikerstransponders (afhankelijk van de toegangsmodus)
Geheugennummers 990 - 999: Bezoeker-PINs of bezoekerstransponders
11
Advertenties
Inhoudsopgave
