6.2.3 Statische drukval van het toestel
70,0
60,0
50,0
40,0
Ⅱ :
me
30,0
diu
20,0
Ⅰ: lag
Sne
e
lhei
d
10,0
0,0
0,5 1,0
80,0
70,0
60,0
50,0
40,0
30,0
Ⅱ:
me
20,0
diu
Ⅰ lag
s
10,0
e
n
el
0,0
0,8
1,4
80,0
70,0
60,0
50,0
40,0
Ⅱ:
me
30,0
diu
m
20,0
Ⅰ :
.
la
s
.
10,0
g
n
e
el
0,0
0,8
1,4
80,0
70,0
60,0
50,0
40,0
Ⅱ : m
s
ed
n
30,0
iu
el
m
h
20,0
Ⅰ: :
lage
10,0
0,0
0,8
1,4
80,0
70,0
60,0
50,0
40,0
Medium
Ⅱ
30,0
snelheid
20,0
Ⅰ: lage
10,0
snelheid
0,0
0,8
1,4
5/7kW
Ⅲ:H
Sne
.
.
oog
lhei
.
snelhei
d
.
1,5
2,0
Waterstroom (m
/h)
3
10kW
Ⅲ: h
snelh
o
g
eid
s
n
2,0
2,6
Waterstroom (m
/h)
3
12kW
Ⅲ
h
s
o
n
:
s
n
el
2,0
2,6
Waterstroom (m
/h)
3
14kW
Ⅲ: h
s
o
n
g
el
sn
el
he
id
2,0
2,6
Waterstroom (m
/h)
3
16kW
Ⅲ: h
sn
o
el
g
he
2,0
2,6
Waterstroom (m
/h)
3
6.2.4 Foutdiagnose op het moment van eerste installatie
■ Als er niets wordt getoond op de gebruikersinterface, is het nodig
om de volgende abnormaliteiten te controleren voor de diagnose
van mogelijke foutcodes.
■ Loskoppeling of fout in de bedrading (tussen stroomtoevoer en
toestel, en tussen toestel en gebruikersinterface).
■ De zekering op de printplaat kan zijn doorgebrand.
■ Als de gebruikersinterface
lucht in het systeem zit, of dat het waterniveau in het systeem
minder is dan vereist.
■ Als de foutcode
controleer dan de bedrading tussen de gebruikersinterface en het
toestel.
U kunt meer foutcodes en foutmeldingen vinden in 8.2 Foutcodes.
7. TOELICHTING BEDIENING VAN HET
HOSTTOESTEL
7.1 Open de deur om toegang te krijgen tot
het bedieningspaneel:
- Verwijder schroef 1 en schroef 2
- Til deur 3 op
3,2
3
3,2
3,2
3,2
27
" toont bestaat de mogelijkheid dat er
wordt getoond op de gebruikersinterface,
1
2
3