2. Een whiteboard gebruiken
1
2
3
4
5
1. Lijnkleuren
Selecteert de kleur van de tekenlijnen. U kunt geen lijnkleuren selecteren in de markeermodus.
2. Lijnkleuren (semitransparant)
Selecteert de kleur van de tekenlijnen vanuit de semitransparante kleuren. U kunt geen lijnkleuren
selecteren in de markeermodus.
3. Dikte van de lijn
Selecteert de dikte van de tekenlijnen. U kunt geen lijndiktes selecteren in de markeer- of stempelmodus.
4. Rasterlijn
Schakelt tussen het weergeven en verbergen van de rasterlijn op het scherm.
5. Invoermodus
Selecteert het type onderdeel dat u wilt tekenen.
•
•
•
tekstinvoer")
•
•
6. Uitleg over de verschillende schrijfbewerkingen
Geeft het uitlegscherm voor verschillende bewerkingen weer.
• De selectieknopppen die overeenkomen met elke invoermodus worden weergegeven voor de
volgende invoermodi: netschrift, lijn en stempel.
32
Schrijven in markeermodus (Pag. 33 "Schrijven in de markeermodus")
Schrijven in handschriftmodus (Pag. 34 "Schrijven in de handschriftmodus")
Schrijven in modus Handschrift naar tekst (Pag. 35 "Schrijven in de modus Handschrift naar
Schrijven in lijnmodus (Pag. 37 "Schrijven in lijnmodus")
Schrijven in stempelmodus (Pag. 37 "Schrijven in stempelmodus")
6
DTV454