3.
De poort-LED's op de ontvanger lichten op om netwerkconnectiviteit en netwerkverkeer aan te geven.
IP-adressen automatisch toekennen
1.
Activeer een DHCP-service op de server of gebruik een router waarop DHCP is ingeschakeld.
2.
Wanneer de ontvanger wordt opgestart, wijst de DHCP-server automatisch een IP-adres aan de ontvanger toe.
Tip: Gebruik de optie Netwerk resetten, te vinden in het menu met geavanceerde functies, om de ontvanger terug te zetten op de standaard modus voor
DHCP-adressering.
Configuratietips
•
Gebruik afgeschermde Cat 5-kabel of beter ethernetkabels om betrouwbare netwerkprestaties te garanderen
•
De LED's op de ethernetpoort lichten op wat aangeeft dat er een netwerkverbinding actief is
•
Het netwerkpictogram licht op wanneer de ontvanger extra Shure-apparaten op het netwerk waarneemt
•
Alle componenten moeten zich in hetzelfde subnet bevinden
•
Breid bij grotere installaties het netwerk uit met meerdere ethernet-switches
Netwerkproblemen oplossen
•
Gebruik slechts één DHCP-server per netwerk
•
Alle apparaten moeten hetzelfde subnetmasker delen
•
Op alle ontvangers moet dezelfde firmwareversie zijn geïnstalleerd
•
Kijk of het netwerkpictogram oplicht op het frontpaneel van elk apparaat:
Als het pictogram niet oplicht, controleer dan de kabelverbinding en de LED's op de ethernetpoort.
Als de LED's op de ethernetpoort niet oplichten terwijl de kabel is aangesloten, vervang de kabel dan en controleer op
nieuw de LED's en het netwerkpictogram.
WWB6-connectiviteit met het netwerk controleren:
1.
Start de WWB6-software en gebruik Inventory view om te zien welke apparaten op het netwerk zijn aangesloten.
2.
Als dit niet het geval is, zoekt u het IPadres van een van de apparaten op het netwerk (zoals een ontvanger) en pro
beert u dit te pingen vanaf de computer waarop WWB6 draait.
3.
Voer in een WINDOWS/MAC-opdrachtprompt het 'ping IPADDRESS' in van het apparaat (bijv. 'ping 192.168.1.100').
4.
Als de ping lukt (geen pakketverlies), dan kan de computer met het apparaat op het netwerk communiceren. Als de
ping mislukt (100% pakketverlies), controleer dan of het IP-adres van de computer zich in hetzelfde subnet bevindt als
de ontvanger.
5.
Als de pings lukken en de apparaten nog steeds niet in de WWB6-inventaris te zien zijn, controleer dan of alle firewalls
of zijn uitgeschakeld of de gegevens van het WWBnetwerk in de toepassing binnenlaten. Controleer of de firewallin
stellingen de toegang tot het netwerk niet blokkeren.
Handmatig IP-adressen en subnetmaskers instellen
IP-adressen en subnetmaskers kunnen handmatig worden ingesteld vanuit het geavanceerde menu in de ontvanger of vanaf
het monitorpaneel in Wireless Workbench.
Netwerkinstellingen die handmatig worden ingevoerd, moeten geldig zijn en voldoen aan IPprotocollen om een goede net
werkcommunicatie te garanderen.
Ontvangermenu
IP-adressen en subnetadressen bestaan uit 4 groepen getallen. Elke groep kan uit maximaal 3 cijfers bestaan. Elke groep
wordt gescheiden door een decimale punt.
Shure Incorporated
37/58