Lijst met parameters
BANK
U kunt aangeven hoe patches A en B worden verbonden en uitgestuurd wanneer de
simultaanmodus wordt gebruikt.
5 "Twee patches tegelijk gebruiken (Simul Mode)" (p. 21)
SYSTEM
Parameter
CONTRAST
OUTPUT
BANK MODE
BANK EXTENT MIN
BANK EXTENT MAX
KNOB LOCK
KNOB MODE
BYPASS
PEDAL ACT
FSW MODE
USB MODE
MIDI
Parameter
Rx CHANNEL
Tx CHANNEL
PC IN
PC OUT
BANK SEL OUT
CC IN
CC OUT
18
Waarde
1–16
Selecteert hoe de uitvoer gebeurt.
STEREO
A:DIR B:EFX
DIRECT MUTE
Geeft de timing aan waarop de patch wordt gewijzigd wanneer u een andere bank kiest.
WAIT
IMMEDIATE
01–99
01–99
OFF, ON
IMMEDIATE, HOOK
BUFFERED, TRUE
PUSH, RELEASE
Geeft aan hoe de voetschakelaar wordt gebruikt (p. 20).
Geeft de USB-bedieningsmodus aan (p. 25).
Waarde
Beschrijving
Geeft het ontvangstkanaal aan.
Ch.1–16, OFF
Als deze op "OFF" staat, worden geen MIDI-berichten ontvangen.
Geeft het verzendkanaal aan.
Ch.1–16, Rx, OFF
Als deze op "OFF" staat, worden geen MIDI-berichten doorgestuurd.
OFF, ON
Geeft aan of programmawijzigingen worden ontvangen.
OFF, ON
Geeft aan of programmawijzigingen worden verzonden.
Geeft het bankselectiebericht aan dat tegelijkertijd met de programmawijziging
wordt doorgestuurd.
MSB, M+L
Als u MSB selecteert, wordt alleen MSB (CC#0) doorgestuurd. Als u M+L
selecteert, worden zowel MSB als LSB (CC#32) doorgestuurd.
OFF, ON
Geeft aan of bedieningswijzigingen worden ontvangen.
OFF, ON
Geeft aan of bedieningswijzigingen worden verzonden.
Beschrijving
Regelt het contrast van het display.
Stereo-uitvoer.
Het directe geluid wordt uitgestuurd vanaf de OUTPUT A/MONO-aansluiting en
het effectgeluid wordt uitgestuurd vanaf de B-aansluiting.
Het directe geluid wordt niet uitgestuurd. Alleen het effectgeluid wordt
uitgestuurd.
Door de bank te wisselen, wordt alleen de indicatie op het scherm gewijzigd.
De patch wordt op dat moment niet gewisseld. Wanneer u op de [A]- of [B]-
schakelaar drukt, worden de bank en het nummer bevestigd en schakelt de
bediening om naar de volgende patch.
De bewerking schakelt onmiddellijk om naar de volgende patch wanneer u
banken wisselt.
Stelt de ondergrens in voor de banken.
Stelt de bovengrens in voor de banken.
Geeft aan of bediening van de regelaars is uitgeschakeld (ON) of niet
uitgeschakeld (OFF).
Wanneer u een regelaar verplaatst, geeft deze instelling aan of
controlegegevens voor die regelaarpositie altijd worden uitgevoerd
(IMMEDIATE) of alleen worden uitgevoerd nadat de regelaarpositie de huidige
waarde van de parameter (HOOK) heeft doorlopen.
Geeft aan hoe het bypassgeluid wordt uitgevoerd (Gebufferde Bypass of True
Bypass).
Geeft aan of de bewerking wordt uitgevoerd wanneer u op de [A]-, [B]- of
[TAP/CTL]-schakelaar drukt of wanneer u de schakelaar loslaat.