Programmeerfunctie bewerken
en opslaan
U kunt een programmeerfunctie in- en
uitschakelen of verschillende opties kie-
zen.
Door het aanraken van de sensor-
toets of schakelt u een pro-
grammeerfunctie in of uit of kiest u
een optie.
Programmeerfunctie
Mogelijke keuzes
8
4
tot
tot
Programmeerfuncties
Gebruik de sensortoets Start/Trom-
mel bijvullen om de gekozen pro-
grammeerfunctie te bevestigen.
Het nummer van de programmeerfunc-
tie licht nu opnieuw op, bijv. .
Programmeerniveau verlaten
Zet de programmakeuzeschakelaar
op de stand .
De programmering is nu permanent op-
geslagen. Je kunt de programmering op
elk moment weer wijzigen.
85