Audioconfiguratie
① Aansluiten op de came
ra of het opnameapparaat
② Zet de versterkingsfac
tor van de camera (in
gangsvolume) op de mini
male instelling
③ Voer een geluidscontro
le uit en regel de verster
kingsschakelaar af
④ Verhoog zo nodig de in
gangsversterking van de
camera
Steek het bevestigde krulsnoer in de audio-ingang van de camera. De microfoon kan ook
worden aangesloten op een veldrecorder of ander extern apparaat. Met een Y-splitterkabel
kan de microfoon worden aangesloten op zowel een camera als een recorder.
Door zo min mogelijk versterking van de camera of het opnameapparaat te gebruiken en
meer versterking van de VP83 wordt een betere signaal/ruis-verhouding verkregen.
Opmerking: Als de automatische versterkingsregeling op de camera (indien van toepassing) ongewenste audioar
tefacten oplevert, overweeg dan om deze functie te omzeilen.
Met de dB-versterkingsschakelaar wordt het audiosignaalniveau afgeregeld dat op de audio-
ingang van de camera staat. Begin met de versterkingsschakelaar op +20 dB te zetten. Be
kijk de audiometer van de camera en stel de schakelaar zo af dat de hardste geluiden niet
de −6 dB overschrijden.
Toepasselijk niveau bij veel camera's voor het opnemen van normale
+20 dB:
geluidsniveaus (bijv. spraak) en voor zachte geluidsbronnen.
Gebruik deze instelling voor het vastleggen van geluiden die wat har
0 dB:
der zijn dan normale spraakniveaus.
Gebruik deze instelling wanneer het signaal te hard is en de voorver
−10 dB:
sterker van de camera wordt overstuurd, of in een luide omgeving, zo
als bij een concert of sportevenement.
Opmerking: De cameraingangsgevoeligheid verschilt per fabrikant. Gebruik deze informatie als algemene referen
tie.
Het audiosignaal moet de hoogste stand bereiken tussen −12 en −6 dB op de audiometer
van de camera. Volg de instructies van de fabrikant van de camera om nauwkeurig de ver
sterkingsfactor af te regelen en zo het toepasselijke niveau te bereiken.
Shure Incorporated
6/11