Scherpstelstand
Scherpstelstand
Gebruik de selectieknop voor de scherpstelstand om te kiezen hoe de camera
scherpstelt (merk op dat ongeacht de geselecteerde optie, de handmatige scherp-
stelling gebruikt wordt wanneer de lens in de stand handmatige scherpstelling staat).
• S (enkelvoudige AF): De scherpstelling blijft vergrendeld zolang de ontspanknop half is
ingedrukt. Kies voor stilstaande onderwerpen.
• C (continu AF): Scherpte wordt continu aangepast om veranderingen in de afstand tot het onderwerp te weerkaatsen
terwijl de ontspanknop half wordt ingedrukt. Gebruik voor bewegende onderwerpen.
• M (handmatig): Handmatige scherpstelling met de scherpstelring van de lens. Draai de ring naar links om de scherpstel-
afstand te verkleinen, naar rechts om deze te vergroten. De handmatige scherpstelindicator geeft aan hoe goed de
scherpstelafstand overeenkomt met de afstand tot het onderwerp tussen de scherpstelhaakjes (de witte lijn geeft
de scherpstelafstand aan, de blauwe balk de scherptediepte, of met andere woorden de afstand voor en achter het
scherpstelpunt waarop scherpgesteld wordt); u kunt de scherpstelling ook visueel bekijken met de zoeker of op het
lcd-scherm. Kies voor handmatige scherpstelling of in situaties waarbij de camera niet scherp kan stellen met automati-
sche scherpstelling (P 68).
Verminder de
55
35
scherpstelafstand
A
XF
ZOOM
R Gebruik de I SCHERPSTELRING optie in het menu instellingen (
R Voor het gebruik van autofocus om scherp te stellen op het onderwerp in het geselecteerde scherpstelgebied (
AF-L -knop. Gebruik deze functie om snel op een gekozen onderwerp scherp te stellen in handmatige scherpstelstand. Gebruik
G
AUTOFOCUS INSTELLING > DIRECT AF-INSTELLING om te kiezen of de camera scherpstelt met behulp van enkelvoudig of
continu AF (
P
78).
R De camera kan de scherpstelafstand in meters of feet aangeven. Gebruik de A SCHERM SET-UP > EENHEDEN AF-SCHAAL optie
in het setup menu (P 91) om de gebruikte units te kiezen.
R Als AAN is geselecteerd voor
worden in de standen S en C zelfs wanneer de ontspanknop niet wordt ingedrukt.
Vergroot de
23
18
scherpstelafstand
18-55
G
AUTOFOCUS INSTELLING > PRE-AF in het opnamemenu (P 78), focus zal continu aangepast
Pictogram handma-
3
2
1 1
tige scherpstelstand
0 0
1
Handmatige
2
3
scherpstelindicator
0.1 0.5
1.0
1.5
2.0
3.0
5.0
10
M
2000
F5.6
200
P
91) om de draairichting van de scherpstelring te om te keren.
3
2
1
0
1
Scherpstelafstand
2
(witte lijn)
3
1.0
1.5
2.0
3.0
Scherptediepte
(blauwe balk)
P
45), druk de
5
61