Gevoeligheid
Gevoeligheid
Met „gevoeligheid" wordt de gevoeligheid van de camera voor licht be-
doeld. De gevoeligheid wordt aangepast door het indrukken van de ont-
grendelde instelschijf en het draaien van de gevoeligheidswijzer; kies uit
waardes tussen 200 en 6400, of selecteer L (100), H1 (standaard tot 12800),
of H2 (standaard tot 25600) voor speciale attracties. Hogere waarden kun-
nen worden gebruikt om beelden minder wazig te maken als er weinig
verlichting is, terwijl lagere waarden zorgen voor tragere sluitertijden of een wijdere opening van het
diafragma bij fel licht. Let erop dat spikkels kunnen verschijnen in foto's met een hoge gevoeligheid, met
name bij H 2, terwijl het kiezen van L het dynamisch bereik vermindert. Waarden van ISO 200 t/m ISO 6400
zijn aan te bevelen in de meeste situaties. Als A (auto) is geselecteerd, past de camera de gevoeligheid
automatisch aan in reactie op de opnameomstandigheden.
R RAW-afbeeldingen kunnen niet worden vastgelegd bij instellingen van L, H1, of H2. Alleen JPEG-foto's zullen opge-
nomen worden als deze instellingen worden gekozen wanneer RAW, FINE+RAW, of NOMAAL + RAW zijn geselec-
teerd voor beeldkwaliteit (P 79).
R De N ISO-SCHIJF INSTELLING optie in het instellingen menu kan gebruikt worden om de gevoeligheid toegewe-
zen aan de H1 en H2 posities op de gevoeligheidschijf P 91). Kies uit waarden tussen 12800, en 25600, en 51200.
50