A SCHERM SET-UP (Vervolg)
A
SCHERM SET-UP (Vervolg)
Optie
Optie
COMP.RICHTL.
COMP.RICHTL.
AUTO ROT. WEERG.
AUTO ROT. WEERG.
SCHERMKLEUR
SCHERMKLEUR
SCHERPSTELLOEP
SCHERPSTELLOEP
EENHEDEN AF-SCHAAL
EENHEDEN AF-SCHAAL
DISP. INST. OP MAAT
DISP. INST. OP MAAT
F
F FUNCTIE-INS. (Fn)
FUNCTIE-INS. (Fn)
Kies de functies die worden vervuld door de functietoetsen (
e COMMANDOSCHIJF INSTELLING
e
COMMANDOSCHIJF INSTELLING
Kies de functies die worden vervuld door de instelschijven.
N ISO-SCHIJF INSTELLING
N
ISO-SCHIJF INSTELLING
Kies gevoeligheidswaarden voor de H1 en H2 voor de posities op de ISO instelschijf (P 50).
I SCHERPSTELRING
I
SCHERPSTELRING
Kies de richting waarin de scherpstelring moet worden gedraaid om de scherpstelafstand te vergroten.
Kies het type raster dat in de Opnamestand beschikbaar is.
F RAST 9
F
RAST 9
P
Voor compositie met de „regels van
derden".
Selecteer AAN om „staande" (portret) foto's tijdens de weergave automatisch te draaien.
Kies een kleurschema.
Als AAN is geselecteerd, zal de camera automatisch inzoomen op het beeld door de lens wanneer de
scherpstelring naar de handmatige scherpstelstand wordt gedraaid (P 62).
Kies de eenheden die bij de indicator voor de scherpstelafstand moeten worden gebruikt (P 61).
Kies items voor aangepaste weergave (
P
Beschrijving
Beschrijving
G
G RASTER 24
RASTER 24
P
Een raster van vier op zes.
P
22).
39).
Het instellingenmenu
H HD-KADEREN
H
HD-KADEREN
P
Kadreer HD-foto' s in de beelduit-
snede aangeduid door de lijnen
aan de boven- en onderkant van
het scherm.
91