f
Duw de inktcartridge voorzichtig in de
machine tot deze vastklikt en sluit het
deksel van de inktcartridge.
g
Er wordt automatisch een reset
uitgevoerd voor de inktstippenteller.
Opmerking
• Als u een inktcartridge hebt vervangen
(bijvoorbeeld zwart), wordt u mogelijk
gevraagd te bevestigen dat dit een nieuwe
cartridge was (bijvoorbeeld
Veranderd?
Zwarte).
Druk voor elke nieuwe cartridge die u
geïnstalleerd hebt op Ja om de
inktstippenteller voor die kleur
automatisch te resetten. Als de
inktcartridge die u geïnstalleerd hebt niet
nieuw is, drukt u op Nee.
• Als op het LCD-scherm de melding
Geen patroon of Kan niet detect.
wordt weergegeven nadat u de
inktcartridges geïnstalleerd hebt, dient u
te controleren of de inktcartridges correct
zijn geïnstalleerd.
VOORZICHTIG
Mocht u inkt in uw ogen krijgen, spoel ze
dan onmiddellijk met water en raadpleeg
een arts als u zich zorgen maakt.
Problemen oplossen en routineonderhoud
BELANGRIJK
• Verwijder inktcartridges ALLEEN als ze
aan vervanging toe zijn. Als u zich niet aan
dit voorschrift houdt, kan de hoeveelheid
inkt achteruitgaan en weet de machine
niet hoeveel inkt er nog in de cartridge zit.
• Raak de houders voor de cartridges NIET
aan. Als u dat doet, kan de inkt vlekken op
uw huid achterlaten.
• Als u inkt op uw huid of kleding krijgt, wast
u deze meteen af met zeep of een
schoonmaakmiddel.
• Als de kleuren gemengd zijn omdat u een
inktcartridge in de verkeerde positie
geïnstalleerd heeft, moet u nadat de
cartridge op de juiste plaats geïnstalleerd
is, de printkop diverse keren reinigen.
• Installeer een inktcartridge onmiddellijk na
het openen in de machine en verbruik
deze binnen zes maanden na de
installatie. Gebruik ongeopende
inktcartridges vóór de uiterste
verbruiksdatum die op de
cartridgeverpakking vermeld staat.
• De inktcartridge NIET openmaken of
ermee knoeien, want daardoor kan de
cartridge inkt verliezen.
B
159