Veiligheidsaanwijzingen en waarschuwingen
14/56
1.5.5
Inbedrijfstelling
De eerste inbedrijfstelling vindt plaats door de eigen klantendienst van de
fabrikant of door een geautoriseerde klantendienst. Het apparaat wordt be-
drijfsklaar overgedragen.
Wanneer het apparaat langere tijd niet werd gebruikt moet het voor de her-
nieuwde inbedrijfstelling door onze klantendienst of een erkend vakbedrijf
worden gecontroleerd.
Het apparaat mag alleen worden gebruikt als het in perfecte staat verkeert.
Het is verboden veiligheidsvoorzieningen (bijv. schakelaars) en veiligheidsin-
structies te verwijderen of buiten werking te stellen, indien de veilige werking
van het apparaat daardoor in gevaar gebracht kan worden!
Het apparaat mag niet ongevuld in werking worden gesteld.
Indien de gebruiksduur bij maximale druk dagelijks meer dan 1 uur duren dan
moet de waterkoeling aangesloten worden. De drukslangen mogen dan niet
verwijderd worden. Neem zeker voor de inbedrijfstelling contact op met de
klantendienst – zie pagina 2.
Het apparaat mag enkel met de meegeleverde drukslang gebruikt worden.
Het gebruik van een waterstopventiel is noodzakelijk.
Er moet voor een vrije afvoer worden gezorgd, hierbij moet een minimale
afstand worden nageleefd die groter zijn moet dan de dubbele inwendige
diameter van de invoerbuis. De vrije afvoer (luchtbrug) voorkomt op meest
effectieve wijze de retourstroom naar het openbare watervoorzieningsnet.
Mobiele communicatiesystemen die met hoge frequenties werken, kunnen de
werking van het apparaat nadelig beïnvloeden.
Bij in de nabijheid aanwezige warmtetherapieapparaten (microgolftherapieap-
paraten enz.) kan er elektromagnetische beïnvloeding ontstaan. Informeer in
dit geval de klantendienst – zie pagina 2.
Het apparaat moet via een alpolige hoofdschakelaar vast op het openbare
stroomnet worden aangesloten. Een voedingscircuit (toevoerleiding) mag
slechts een apparaat voeden.
Ontluchten
3 Dagen na de inbedrijfstelling of het vullen van de kuip, moet de kuip vat
worden ontlucht – zie pagina 45. Daarna hoeft er niet meer te worden ont-
lucht, tenzij er lekkages optreden en de kuip moet worden gevuld.
Bij waterverlies (plassen op de vloer) mag het apparaat niet langer worden
gebruikt. Informeer de klantenservice – zie pagina 2.