7.8
PROEFDRAAIEN
Test de installatie van het systeem door de cv en tapwater proef te draaien. Dit doe je
als volgt:
7.8.1 PROEFDRAAIEN OP CV
1. Ga in het hoofdmenu van het display naar:
− Geavanceerde instellingen
− Warmwaterinstellingen
− WW instelling
2. Zet de gewenste tapwatertemperatuur op 0 °C.
3. Zet de Modul-AIR Red op cv Control modus Binnen, met setpoint = 30 °C.
De compressor komt in bedrijf voor de cv.
4. Laat de warmtepomp 10 - 15 minuten draaien en controleer of alle radiatoren en/of
vloerverwarmingsstrengen gelijkmatig warm worden.
5. Controleer het temperatuurverschil (delta-T) tussen de temperatuur van de cv-
aanvoer en cv-retour. Dit moet 3 - 5 °C zijn.
Als delta-T groter dan 5 °C is, stel dan de snelheid van de circulatiepomp hoger in of
zorg voor meer stroming door de installatie.
Als delta-T minder dan 3 °C is kan de circulatiepompsnelheid te hoog zijn of is er
helemaal geen stroming aanwezig. In dat geval moet er eerst beter ontlucht worden
voordat er verder gegaan wordt met proefdraaien. Is het systeem ontlucht maar de
delta T nog steeds te laag, stel dan de circulatiepomp lager in.
Tip!
Sensormeetwaarden zijn te vinden in het servicemenu -> Metingen à
sensoren.
6. Zet na het proefdraaien de instelling cv control modus weer terug naar de juiste
modus en setpoint-waarde.
7.8.2 PROEFDRAAIEN OP TAPWATER
1. Zet de gewenste tapwatertemperatuur op 55 °C.
De compressor komt in bedrijf voor Tapwater.
2. Noteer de tapwatertemperatuur (TE24).
3. Controleer na 15 minuten de tapwatertemperatuur nogmaals om te zien of deze is
gestegen.
4. Raadpleeg hoofdstuk 9 als de tapwatertemperatuur niet stijgt of als er
foutmeldingen optreden.
61