7. Voer de resterende instellingen in de lijst in.
Sommige instellingen zijn optioneel. Als u de
instellingen wilt invoeren, gaat u naar de betreffende
instelling, drukt u op
u vervolgens de informatie in. Druk op
een instelling te bevestigen. Herhaal dit voor elke
gewenste instelling. U gebruikt dezelfde
e-mailinstellingen in de telefoon als het
e-mailprogramma op uw pc. Neem contact op met
uw operator voor de benodigde instellingen als
u geen e-mailservice hebt.
• Protocol – selecteer POP3 of IMAP4.
• Server inkomend – voer de naam of het IP-adres van
de serviceprovider voor inkomende e-mailberichten
in. Bijvoorbeeld, mail.server.com of 10.1.1.1.
• Ink. poort – indien nodig kunt u het nummer
wijzigen van de poort die wordt gebruikt door het
gebruikte protocol.
• Loginnaam – voer een gebruikersnaam in voor uw
e-mailaccount
• Wachtwoord – voer een wachtwoord in voor uw
e-mailaccount. Uw serviceprovider kan u om een
wachtwoord vragen wanneer een verbinding tot
stand wordt gebracht.
70
WAP en e-mail instellen
This is the Internet version of the user's guide. © Print only for private use.
en voert
Selecteren
om
OK
• Uitg. server – voer de naam of het IP-adres van
de SMTP-server in om e-mailberichten te kunnen
verzenden.
• Uitgaande poort – indien nodig kunt u het nummer
wijzigen van de poort die wordt gebruikt door
het SMTP-protocol.
• E-mailadres – voer uw e-mailadres in.
• Downloaden – geef aan of u headers en tekst of
alleen headers wilt ontvangen.
• Afzender – voer uw naam in.
• Handtekening – selecteer als u uw visitekaartje aan
uw e-mailberichten wilt toevoegen. gekopieerd
en kunt u deze opslaan voor toekomstig gebruik.
• Intervalcontrole – Selecteer hoe vaak u wilt dat
de telefoon verbinding maakt met de e-mailserver
en controleert op inkomende e-mailberichten.
Als u zowel thuis als op kantoor een e-mailaccount
hebt, kunt u een van de twee als standaardaccount
instellen:
• Selecteer Account inst. in het menu Berichten,
E-mail, Opties en selecteer de account.