Sla uw voorkeursgeluidsinstellingen
op. Als u een geluidsinstelling
opslaat, begint uw systeem op
dat geluidsniveau te spelen telkens
wanneer u het inschakelt.
De geluidsinstellingen zijn in de
fabriek ingesteld op gemiddelde
waarden die geschikt zijn voor
de meeste gebruikssituaties.
Wanneer u BeoLab 5-luidsprekers
aansluit op het muzieksysteem,
moet dit worden ingesteld in het
menu LUIDSPREKERTYPE.
Het menu GELUID is niet beschikbaar
wanneer uw muzieksysteem is
ingesteld op Option 0.
Geluidsinstellingen aanpassen
Volume, lage tonen of hoge tonen aanpassen
U kunt niveaus instellen voor volume,
lage tonen, hoge tonen en balans.
Deze functie compenseert het effect
dat het menselijk oor bij lagere
geluidssterktes minder gevoelig wordt
voor hoge en lage tonen. Bij een laag
volume worden de hoge en lage tonen
extra versterkt weergegeven, waardoor
de muziek dynamischer gaat klinken.
Geluidsinstellingen aanpassen ...
> Gebruik de aanwijzer om MODUS te
markeren.
> Draai aan het wiel om INSTELLING. te
selecteren en druk op GO.
> Gebruik de aanwijzer om GELUID te
markeren.
> Draai aan het wiel om het geluidselement
te selecteren dat u wilt aanpassen:
VOLUME, BALANS, LAGE TONEN, HOGE
TONEN of GELUIDSSTE. en druk op GO.
De huidige waarde wordt aangeduid door
de positie van het wiel wanneer het menu
geopend wordt.
> Draai aan het wiel om de geluidsinstelling
aan te passen en druk op GO om op te slaan.
11
VOLUME
BALANS
LAGE TONEN
HOGE TONEN
GELUIDSSTE.
LUIDSPREKERTYPE
Bij het afstellen van het geluid reageren de
luidsprekers op de afstelling.
Volume 0 dempt het geluid. Het is niet
mogelijk om volumeniveau 0 of volumeniveaus
boven 75 op te slaan.
Als uw muzieksysteem is ingesteld op
Option 0, geeft de volumedisplay op het
muzieksysteem altijd het opgeslagen
volume aan.