Inhoudsopgave
Advertenties
Mengpaneel-gedeelte
1
2
7
9
a
b
c
1 MIC1, 2 LEVEL-instellingen
Regelt het niveau van de geluidssignalen die binnenkomen via de
[MIC]-aansluiting.
= Gebruik van een microfoon (blz. 25 )
2 MIC EQ (HI, LOW)-instellingen
Deze regelt de geluidskwaliteit van de microfoon.
= Gebruik van een microfoon (blz. 25 )
3 MIC (OFF, ON, TALK OVER)-selectieschakelaar
Zet de microfoon aan/uit.
= Gebruik van een microfoon (blz. 25 )
4 MIC (OFF, ON, TALK OVER)-aanduiding
Deze indicator licht op wanneer de microfoon aan is en knippert
wanneer de talk-over-functie aan is.
= Gebruik van een microfoon (blz. 25 )
5 BOOTH MONITOR-instelling
Regelt het niveau van de geluidssignalen die worden weergegeven
via de [BOOTH OUT]-aansluiting.
= Het geluid wordt weergegeven via de [BOOTH OUT]-aansluiting
(blz. 25 )
6 MASTER LEVEL instelling
Regelt de geluidssterkte van de weergave via de [MASTER1] en
[MASTER2]-aansluitingen.
= Geluid weergeven (blz. 29 )
7 DECK1, 2, PHONO1, 2/LINE1, 2-selectieschakelaar
Hiermee selecteert u de [CH1] of [CH2] signaalbron voor de appara-
tuur die op dit toestel is aangesloten.
! Indien ingesteld op [PHONO/LINE], kan het mengpaneelgedeelte
worden gebruikt als DJ-mengpaneel.
= Geluid weergeven (blz. 29 )
24
Nl
3 4
5
8
8
d
e
e
f
g
h
f
8 TRIM instelling
Regelt het niveau van de geluidssignalen die binnenkomen via elk
kanaal.
= Geluid weergeven (blz. 29 )
9 EQ/ISO (HI, MID, LOW)-instellingen
De bediening kan worden geschakeld tussen [EQ] en [ISOLATOR]
via de instellingen op het [UTILITY]-scherm.
Deze regelen de toonweergave van de diverse kanalen.
= Bijregelen van de geluidskwaliteit (blz. 24 )
6
a HEADPHONES MIXING instelling
Regelt de balans van het meeluistervolume tussen het geluid van het
deck waarvoor de [CUE (CH1)]- of [CUE (CH2)]-toets wordt ingedrukt
en het mastergeluid.
7
= Meeluisteren via een hoofdtelefoon (blz. 25 )
b HEADPHONES LEVEL instelling
Regelt de geluidssterkte van de weergave via de
[PHONES]-aansluiting.
9
= Meeluisteren via een hoofdtelefoon (blz. 25 )
c Toetsen CUE (CH1, CH2)
Gebruikt om het [CH1] of [CH2] geluid te volgen.
= Meeluisteren via een hoofdtelefoon (blz. 25 )
d Hoofdniveau-aanduiding
Toont het audioniveau van het master-uitgangssignaal.
e Kanaalniveau-aanduiding
Dit geeft de audioniveaus van de respectievelijke kanalen weer.
f Kanaal-fader
Schakelt de kenmerken van de kanaalfadercurve van [
via de instellingen op het scherm [UTILITY].
— [
]: De curve stijgt plotseling aan het verre uiteinde.
— [
]: Er wordt een curve tussen de curves boven en onder
ingesteld.
— [
]: De curve stijgt geleidelijk (het geluid zwelt geleidelijk aan
wanneer u de kanaalregelaar van voren naar achteren beweegt).
= Geluid mengen met de kanaalregelaars (blz. 29 )
g CROSS FADER CURVE (THRU,
(crossfader-curveschakelaar)
Voor omschakelen van de crossfader-curvekarakteristiek.
= Geluid mengen met de schuifregelaars (blz. 29 )
h Crossfader-regelaar
Het geluid van de respectievelijke kanalen wordt geproduceerd aan
de hand van de curvekarakteristieken die zijn geselecteerd met de
[THRU,
— [THRU]: Kies deze stand wanneer u de crossfader niet wilt
gebruiken.
— [
]: Kies deze stand voor een geleidelijk stijgende curve.
— [
]: Kies deze stand voor een steilere curve. (Naarmate de cros-
sfader verder van de linker- of rechterkant komt, wordt er meer
geluid weergegeven aan de tegenovergestelde kant.
= Geluid mengen met de crossfader-regelaar (blz. 29 )
Bijregelen van de geluidskwaliteit
Draai aan de [HI], [MID], [LOW]-instellingen voor de
diverse kanalen.
Omschakelen van de functie van de [EQ/ISO (HI,
MID, LOW)] instellingen
De bediening kan worden geschakeld tussen [EQ] en [ISOLATOR] via de
instellingen op het [UTILITY]-scherm.
— [EQ]: De equalizerfunctie wordt ingesteld.
— [ISOLATOR]: Functioneert als isolator.
,
,
]-keuzeschakelaar.
,
,
]
)
Advertenties
Inhoudsopgave
