Slip-scratchen
1 Druk op de [JOG MODE (VINYL)]-toets.
Zet de instelfunctie op VINYL.
2 Druk op de [SLIP]-toets.
De weergavefunctie schakelt naar de slip-weergave.
3 Druk tijdens afspelen op de bovenkant van de
instelknop.
De scratch-weergavefunctie wordt ingesteld.
Tijdens het scratchen gaat op de achtergrond de normale weergave
door. De [SLIP]-toets knippert op de beat van het geluid dat op de achter-
grond wordt afgespeeld.
4 Haal uw hand van de bovenkant van de instelknop.
De normale weergave van het geluid dat op de achtergrond bleef spelen
wordt nu hervat.
Slip-looping
1 Druk op de [SLIP]-toets.
De weergavefunctie schakelt naar de slip-weergave.
2 Druk op de [LOOP IN/4BEAT (IN ADJUST)]-toets en
vervolgens op de [LOOP OUT (OUT ADJUST)]-toets.
De lus-weergave begint.
Tijdens de lus-weergave gaat op de achtergrond de normale weergave
door.
De [SLIP]-toets knippert op de beat met het geluid dat op de achtergrond
speelt.
! Er kan geen lus van meer dan 8 seconden worden ingesteld.
! Dezelfde handeling wordt uitgevoerd wanneer de [LOOP IN/4BEAT
(IN ADJUST)]-toets tenminste 1 seconde ingedrukt wordt gehouden
en er een lus is ingesteld.
3 Druk op de [RELOOP/EXIT]-toets.
De lus-weergave wordt uitgeschakeld en de normale weergave van het
geluid dat op de achtergrond bleef spelen wordt nu hervat.
Slip-hotcue
1 Druk op de [SLIP]-toets.
De weergavefunctie schakelt naar de slip-weergave.
2 Druk op de [HOT CUE/CALL] toets om naar de hot-cue
stand over te schakelen.
3 Houd de Performance-toets ingedrukt.
Het hot-cueën begint.
Normaal afspelen van het geluid dat op de achtergrond wordt afge-
speeld, gaat verder, zelfs terwijl de Performance-toets ingedrukt blijft.
De [SLIP]-toets knippert op de beat met het geluid dat op de achtergrond
speelt.
! Na 4 beats nadat de hot-cue begon, wordt de slip-hotcuefunctie auto-
matisch geannuleerd en wordt de normale weergave van het geluid
dat op de achtergrond speelde hervat.
4 Neem uw vinger van de Performance-toets.
Het normale afspelen van het geluid dat op de achtergrond werd afge-
speeld, wordt hervat als u uw vinger wegneemt van de Performance-
toets voordat 4 beats zijn verstreken vanaf de startpositie van de hot cue.
Slip-beatlusweergave
1 Druk op de [SLIP]-toets.
De weergavefunctie schakelt naar de slip-weergave.
2 Schakel naar de functie Automatische beatlus door op
de toets [AUTO BEAT LOOP] te drukken.
3 Houd de Performance-toets ingedrukt.
De lus wordt automatisch ingesteld en de lus-weergave begint.
16
Nl
U kunt 1 beat, 2 beats, 4 beats en 8 beats opgeven vanaf het
linkeruiteinde.
Tijdens de lus-weergave gaat op de achtergrond de normale weergave
door.
De [SLIP]-toets knippert op de beat met het geluid dat op de achtergrond
speelt.
! Als u op de Performance-toets drukt terwijl u de toets [SHIFT] inge-
drukt houdt, kunt u de beats opgeven als 1/16 beats, 1/8 beats, 1/4
beats, 1/2 beats vanaf de linkerrand.
4 Neem uw vinger van de Performance-toets.
De normale weergave van het geluid dat op de achtergrond bleef spelen
wordt nu hervat.
5 Druk op de [RELOOP/EXIT]-toets.
De laatst ingestelde lus wordt afgespeeld en de slip-lusweergave is nu
ingesteld.
Slip-lussegment
1 Druk op de [SLIP]-toets.
De weergavefunctie schakelt naar de slip-weergave.
2 Schakel naar de lussegmentfunctie door op de
[LOOP SLICE/EXIT]-toets te drukken.
3 Druk op de Performance-toets die overeenkomt met
de beats die u wilt instellen (1 beat, 2 beats, 4 beats, 8
beats).
Vanaf de weergavepositie waar de Performance-toets werd ingedrukt,
worden de lussen die overeenkomen met het aantal ingestelde beats,
automatisch ingesteld volgens het tempo (BPM). Daarna wordt de lus-
weergave gestart.
! Als de BPM van de muziekstukken niet kan worden gedetecteerd,
wordt de BPM ingesteld op 120.
! Deze bewerking is niet nodig wanneer u overschakelt naar de lusseg-
mentfunctie tijdens de lusweergave.
4 Houd de Performance-toets ingedrukt.
Dit speelt de opgegeven sectie-intervallen herhaaldelijk af.
Om de lengte van het sectie-interval te wijzigen zonder de lengte van de
lus te wijzigen, drukt u op de toetsen [CUE/LOOP CALL c (LOOP 1/2X)]
of [CUE/LOOP CALL d (LOOP 2X)] terwijl de Performance-toets is
ingedrukt.
! Lussegment werkt niet voor lussen die langer zijn dan 16 seconden.
5 Neem uw vinger van de Performance-toets.
Migreert direct naar slip-lus.
6 Druk op de [LOOP SLICE/EXIT]- of
[RELOOP/EXIT]-toets.
De lus-weergave wordt uitgeschakeld en de normale weergave van het
geluid dat op de achtergrond bleef spelen wordt nu hervat.
Slip-terugwaarts
1 Druk op de [SLIP]-toets.
De weergavefunctie schakelt naar de slip-weergave.
2 Druk op de [DIRECTION, REV]-toets tijdens de
weergave.
De toets [DIRECTION, REV] licht op en de weergave achteruit zal nu
beginnen.
Zelfs tijdens de weergave achteruit gaat op de achtergrond de normale
weergave door.
De [SLIP]-toets knippert op de beat met het geluid dat op de achtergrond
speelt.
! Het omgekeerd afspelen van de slip wordt automatisch geannu-
leerd nadat 8 beats zijn verstreken vanaf de positie waarop op de
toets [DIRECTION, REV] werd gedrukt. Het afspelen keert terug
naar normaal na het terugkeren naar de achtergrond en de toets
[DIRECTION, REV] wordt uitgeschakeld.
! Als u nogmaals op de toets [DIRECTION, REV] drukt voordat er 8
beats zijn verstreken, wordt slip-omkeren geannuleerd en wordt de
normale weergave van het geluid, dat op de achtergrond bleef spe-
len, nu hervat.