INLEIDING
Doel van de handleiding
Het doel van deze handleiding is om de gebruiker wegwijs te maken met de AlphaHome
beveiligingsinstallatie. Verder wordt uitgebreid uitleg gegeven over het bedienen en omgaan met de
AlphaHome centrale. Tenslotte wordt het uitvoeren van functies uitgelegd. Functies in de AlphaHome
centrale zijn alleen uit te voeren door de hoofdgebruiker. Door rekening te houden met een aantal
richtlijnen zal het systeem lang en goed blijven functioneren:
Raak nooit in paniek wanneer het alarm afgaat. Schakel rustig het systeem uit aan de hand van uw
PIN code of met behulp van uw keyfob zender en blijf kijken naar de informatie op het LCD
display.
Het systeem werkt met gesproken teksten en het LCD display. Samen geven deze informatie over
de status van het systeem. Indien de spraakteksten of informatie op het display niet duidelijk zijn,
raadpleeg dan de gebruikershandleiding.
Geef nooit uw gebruikerscode aan een andere gebruiker, dit kan leiden tot vervelende situaties.
Indien er een storing optreedt, neem dan direct contact op met uw installateur. Uw installateur zal
verdere instructies geven over hoe te handelen.
Noteer belangrijke gebeurtenissen (oneigenlijk alarm, bedieningsfout etc.) met betrekking tot het
beveiligingssysteem in een logboek onder vermelding van datum en tijd. Bij de jaarlijkse
onderhoudsbeurt kan de installateur wellicht maatregelen nemen om ontstane situaties te
voorkomen.
De AlphaHome centrale is ontworpen en gekeurd volgens de geldende maatstaven aangaande
stabiliteit, betrouwbaarheid en ongevoeligheid voor elektrische storingen uit de omgeving.
Algemene richtlijnen
De AlphaHome centrale wordt gebruikt bij het signaleren en doormelden van inbraak, brand, overval,
sabotage en sociale alarmering. De AlphaHome beveiligingscentrale kan in- en uitgeschakeld worden
door middel van één of meerdere draadloze keyfobzenders en/of het geïntegreerde bedieningspaneel.
Het geïntegreerde bedieningspaneel is voorzien van numerieke toetsen en navigator toetsen voor het
navigeren door de gebruikersmenu en de AlphaHome centrale in- en uit te schakelen. De AlphaHome
is voorzien van spraakcommando's om de gebruiker te assisteren bij het in- en uitschakelen, uitvoeren
van functies en aangeven van de systeemstatus. Status LEDs en een geïntegreerd LCD display geven
de gebruiker informatie over de status van het systeem.
Het AlphaHome beveiligingssysteem is een geavanceerd elektronisch apparaat in een eigentijdse
kunststof behuizing, dat door de installateur vakkundig is aangesloten en in bedrijf gesteld is. Dit
apparaat wordt de 'centrale' genoemd. Op deze centrale worden draadloze detectoren, een telefoonlijn
en een voedingsspanning aangesloten.
Een detector wordt ook wel "sensor" of "oog" genoemd. Een detector is een apparaat dat ontworpen is
om een bepaald verschijnsel op te merken. Zo zijn er bijvoorbeeld detectoren om brand te detecteren.
Zodra zo'n detector rook waarneemt, zal deze detector dit melden aan de centrale. Verder zijn er
detectoren die beweging registreren in een bepaalde ruimte en dit vervolgens doorgeven aan de
centrale. Op ramen en deuren worden vaak magneetcontacten geplaatst om te signaleren wanneer een
deur of raam open of dicht gaat.
Wanneer de centrale een dergelijke melding ontvangt, zal de centrale verdere acties ondernemen,
bijvoorbeeld alarmgevers activeren en bellen naar de meldkamer of privé telefoonnummers. De
detectoren worden ingeleerd op de centrale, om bij detectie een signaal naar de centrale te sturen. Elke
detector die wordt ingeleerd krijgt zijn eigen ingang op de centrale ook wel "groep" of "zone"
genoemd.
Gebruikershandleiding AlphaHome
Rev. 3.0 – 20-05-2005
4