6.3
Instellingen voor alle configuraties
Instelling 17(27)-4: Kies eerst de ventilatorsnelheid. Stel ze in op hoog of ultrahoog.
Rechtstreekse
kanaalaansluiting of
externe ventilator
Instelling 19(29)-2 en 19(29)-3:
Breng de afvoerlucht in
evenwicht met de toevoerlucht
met ventilatortrap 1-15, op
basis van de luchtstroom-
curves (zie databook) en de
drukval in het systeem.
U MOET instelling 19(29)-0-03
activeren.
Waarschuwing: Als deze
instelling NIET is geactiveerd,
wordt het signaal om het filter
te reiningen NIET op het juiste
tijdstip gegeven.
VAM350~2000J7VEB
Ventilatie-unit met warmteterugwinning
4P487292-1B – 2018.05
Alle andere systeemconfiguraties
Model 350~1000
Kies tussen 19(29)-0-04 en 19(29)-0-05
Instelling 19(29)-2 en 19(29)-3:
Breng de afvoerlucht in
evenwicht met de toevoerlucht
met ventilatortrap 1-15, op
basis van de luchtstroom-
curves (zie databook) en de
drukval in het systeem.
U kunt instelling 19(29)-0-04
activeren.
Waarschuwing: Als deze
instelling NIET is geactiveerd,
wordt het signaal om het filter
te reiningen NIET op het juiste
tijdstip gegeven.
Model 1500+2000
Waarschuwing: De
drukval in het kanaal van
de bovenste en de
onderste units moet gelijk
zijn voor een evenwichtig
systeem.
U kunt instelling 19(29)-0-05
activeren: het nominale punt
wordt automatisch bepaald
op het nominale debiet (zie
het databook voor
specifieke waarden).
6 Configuratie
Montagehandleiding en gebruiksaanwijzing
21