OPSTARTEN
OPSTARTEN
CONTROLES VOOR INGEBRUIKNAME
-
Controleer of de elektrische aansluitingen juist zijn
aangebracht en of alle klemmen vast zijn aangedraaid.
Deze controle dient tevens tijdens de periodieke
halfjaarlijkse inspectie te worden uitgevoerd.
-
Controleer of het voltage op de RST-klemmen 400 V
± 5% is, en controleer of het gele indicatorlampje van
het fasevolgorderelais brandt. Het fasevolgorde relais
bevindt zich op de elektrische besturingsprint; wanneer de
volgorde niet correct wordt aangehouden, kan de machine
niet starten.
-
Zorg dat er geen koudemiddel lekt doordat er tijdens
transport en/of installatie schade is ontstaan.
-
Controleer de voeding naar de carterverwarming, indien
aanwezig.
Bovenstaand schema geeft een specifieke eigenschap van
gassen weer [wet van Charles], die beter oplosbaar zijn in
vloeistoffen bij een hogere druk, maar minder oplosbaar
zijn wanneer de temperatuur stijgt: wanneer de olie in
Druk
Olie T
D e c a r t e r v e r w a r m i n g e n m o e t e n
tenminste 12 uur worden aangezet,
alvorens de unit wordt gestart. Deze
worden automatisch geactiveerd bij het
inschakelen van de hoofdschakelaar. Hun
functie is de T van de olie in het carter te
verhogen, en de hoeveelheid daarin
opgelost koudemiddel te beperken.
U kunt de werking van de carterverwarming controleren door
het onderste deel van de compressoren te bekijken: deze
moet warm zijn, of in ieder geval 10 - 15 °C warmer dan de
omgevingstemperatuur.
% R407C in olie
het carter op een constante druk wordt gehouden, zal een
temperatuurstijging de hoeveelheid opgelost koudemiddel
aanzienlijk beperken, waarmee de gewenste smeerfunctie
wordt behouden.
IOM / @DNOVA-THN-0907-D Page