Paneelbeschrijvingen
Achterpaneel
(de apparatuur aansluiten)
* Zet het volume altijd op nul en schakel alle apparaten uit alvorens
deze aan te sluiten om defecten of storingen aan de apparatuur te
voorkomen.
A
A
INPUT (A/MONO, B)-aansluitingen
Sluit hier uw gitaar, bas of effectapparaat aan.
Gebruik de A/MONO- en B-aansluitingen als u een
effectapparaat met stereo-uitvoer aansluit. Gebruik
alleen de A/MONO-aansluiting als u dit apparaat in
mono gebruikt.
De stroom in- en uitschakelen
De INPUT A/MONO-aansluiting dient ook als
stroomschakelaar. Het apparaat wordt ingeschakeld
wanneer u een instrument aansluit op de INPUT A/
MONO-aansluiting.
8
D
B
C
Bij het inschakelen
Schakel apparatuur zoals een gitaarversterker als
laatste in.
Bij het uitschakelen
Schakel apparatuur zoals een gitaarversterker als
eerste uit.
* Verlaag altijd eerst het volume voor u het apparaat in- of
uitschakelt. Zelfs als u het volume hebt verlaagd, hoort u
mogelijk geluid wanneer u het apparaat in- of uitschakelt. Dit is
normaal en wijst niet op een defect.
B
OUTPUT (A/MONO, B)-aansluitingen
Verbind deze aansluiting met de luidsprekers van uw
versterker of monitor.
Gebruik alleen de OUTPUT A/MONO-aansluiting als u
dit apparaat in mono gebruikt. Zelfs geluid dat in stereo
wordt ingevoerd, wordt in mono uitgevoerd.
De in-/uitgangen kunnen worden gebruikt om de Insert
Loop-functie te gebruiken (p. 13).
C
CTL 1, 2/EXP-aansluitingen
De aansluiting gebruiken als CTL 1, 2
U kunt een voetschakelaar (apart verkrijgbaar: FS-5U,
FS-6, FS-7) aansluiten en deze gebruiken om van
snelheid of geheugen te wisselen (p. 11).