Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Boss Modulation MD-200 Gebruikershandleiding pagina 4

Inhoudsopgave

Advertenties

Paneelbeschrijvingen
6
PARAM [1]–[3] regelaar
Stel de parameters in. De parameters verschillen afhankelijk van de modus.
Houd de [RATE]-knop ingedrukt en draai aan de regelaars [DEPTH, [E. LEVEL] en PARAM [1] tot [3] om de parameternaam
(afkorting) op het display aan te geven terwijl de waarde wordt gewijzigd.
Modus
PARAM 1
SWT
CHORUS
Hogere waarden maken een meer
(CHO)
omhullend geluid.
TYP
CE-1 CHORUS
(CE1)
CHO:
VIB:
RES
Past de hoeveelheid resonantie aan
(feedback).
FLANGER
(FLG)
RES
Past de hoeveelheid resonantie aan
(feedback).
PHASER
(PHS)
TYP
VINTAGE PHASER
THR
(VPH)
CRH
toegevoegd.
4
(SWEETNESS)
(TYPE)
Chorusgeluid van de CE-1
Vibratogeluid van de CE-1
(RESONANCE)
(RESONANCE)
(TYPE)
Alleen phaser-geluid.
(THRU):
Er wordt vervorming
(CRUNCH):
PARAM 2
LOC
(LOW CUT FREQUENCY)
Regelt de toon van het
lagefrequentiegebied.
LO
(LOW LEVEL)
Regelt de toon van het
lagefrequentiegebied.
MAN
(MANUAL)
Past de middenfrequentie aan waarop
het effect wordt toegepast.
MAN
(MANUAL)
Past de middenfrequentie aan waarop
het effect wordt toegepast.
DRV
(DRIVE)
Past de hoeveelheid vervorming
aan wanneer CRH (CRUNCH) is
geselecteerd.
PARAM 3
HIC
(HIGH CUT FREQUENCY)
Regelt de toon van het
hogefrequentiegebied.
HI
(HIGH LEVEL)
Regelt de toon van het
hogefrequentiegebied.
LOC
(LOW CUT FREQUENCY)
Vermindert de
frequentiecomponenten onder de
opgegeven frequentie.
Met de FLT (vlakke) instelling, wordt
het low-cutfilter niet toegepast.
LOC
(LOW CUT FREQUENCY)
Vermindert de
frequentiecomponenten onder de
opgegeven frequentie.
Met de FLT (vlakke) instelling, wordt
het low-cutfilter niet toegepast.
TON
(TONE)
Past het klankkarakter aan wanneer
CRH (CRUNCH) is geselecteerd.

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave