Inhoudsopgave
Advertenties
Peak-waarde weergeven
het apparaat heeft een peak-waardeweergave, die bij
wisselspanning de actuele, maximale en minimale piekwaarde
weergeeft.
1. Druk de toets OK/Hold (2) naar rechts, voor het weergeven
van de peak-waarde (piekwaarde).
ð De peak-waarde wordt op het display weergegeven.
ð De indicatie PEAK (31) op het display toont de actieve
functie voor de peak-waarde.
2. Druk de toets OK/Hold (2) opnieuw naar rechts, voor het
verlaten van de functie voor de peak-waarde en terug te
keren naar de meetfunctie.
Range instellen
Het apparaat heeft een auto range functie, d.w.z. de weergave
van de cijfers achter de komma en de eenheid worden aanpast
aan het meetresultaat. Ga als volgt te werk, voor het handmatig
aanpassen van de weergave van het aantal cijfers achter de
komma:
1. Druk lang op de toets MODE/RANGE (17).
ð Het apparaat beëindigt de auto-range functie en maakt
het handmatig instellen van het aantal cijfers achter de
komma mogelijk.
2. Druk meerdere keren kort op de toets MODE/RANGE (17),
tot de gewenste instelling voor de cijfers achter de komma
wordt weergegeven.
3. De metingen uitvoeren.
4. Terugkeren naar de auto range functie, door lang te
drukken op de toets MODE/RANGE/R (17).
Hold-functie
1. Druk kort op de toets OK/Hold (2), voor het bevriezen van
de actuele meetwaarde van de weergave.
ð Het meetresultaat op het display wordt bevroren.
ð De indicatie HOLD op het display toont dat de hold-
functie actief is.
2. Druk opnieuw kort op de toets OK/Hold (2), voor het
verlaten van de hold-functie en terug te keren naar de
meetfunctie.
ð De weergave HOLD op het display verdwijnt.
ð Het display toont weer het actuele meetresultaat.
16
Warmtebeeldcamera gebruiken
Ga voor het gebruik van de warmtebeeldcamera als volgt te
werk:
1. Druk op de toets IR/
warmtebeeldcamera.
ð Op het display verschijnt het warmtebeeld met de
volgende indicaties:
38
37
36
Pos. Aanduiding/functie
34
Ingestelde emissiegraad:
Kan in het instellingenmenu worden aangepast
27
Tijd
35
Temperatuurschaal met de hoogste (boven) en laagste
waarde (onder)
36
C: Laagste gemeten temperatuur (deactiveerbaar)
37
H: Hoogst gemeten temperatuur (deactiveerbaar)
38
S: Temperatuur in het middelste dradenkruis
2. Druk op de toets OK/Hold (2), voor het bevriezen van het
beeld.
ð Links onder het warmtebeeld verschijnt de indicatie
HOLD, onderin de beeldrand verschijnen de indicaties
DELEN en OPSLAAN
ð U kunt het bevroren warmtebeeld opslaan, door de toets
OK/Hold (2) naar voren te drukken.
ð Is er een verbinding met een actieve MultiMeasure app,
kunt het bevroren warmtebeeld direct met de app delen,
door het naar links drukken van de toets OK/Hold (2). In
de app verschijnt dan de controlevraag of het
warmtebeeld moet worden opgeslagen.
digitale true-RMS-multimeter met warmtebeeldcamera BE60
Voorzichtig
Verbrandingsgevaar! Bij temperatuurmetingen bij
reflecterende objecten worden lagere temperaturen
weergegeven dan werkelijk aanwezig. De
emissiegraad correct instellen, voor een zo nauwkeurig
mogelijke temperatuurmeting.
Info
U kunt de warmtebeeldcamera vanuit elke meetmodus
gebruiken en tijdens het gebruik van de
warmtebeeldcamera metingen uitvoeren.
(3), voor het activeren van de
34
27
35
NL
Advertenties
Inhoudsopgave
