Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Trotec BE60 Instructies pagina 13

Inhoudsopgave

Advertenties

4. Ziet u bij de bereikkeuze een OL-indicatie
(meetbereikoverschrijding), schakel dan direct naar het
eerstvolgende hogere bereik (toets RANGE, (17)). Is het
hoogste bereik ingesteld, resp. de automatische
meetbereikkeuze geselecteerd, bij het verschijnen van de
OL-indicatie, eerst het stroomcircuit bij het meetobject
uitschakelen en daarna onmiddellijk de meetpennen van
het meetobject verwijderen.
Voorbeeld:
Info
In de stand
 (21), heeft u de mogelijkheid zowel
AC+DC
gelijkspanning als wisselspanning te meten. Druk
hiervoor één keer op de toets MODE/RANGE (17). Het
display toont dan tegelijkertijd de meetwaarden voor
wissel- en gelijkspanning.
Wisselspanning meten
Waarschuwing voor elektrische spanning
Gevaar voor een elektrische schok!
Raken de meetpennen de contacten niet goed aan,
omdat ze niet goed toegankelijk zijn, bijv. in
stopcontacten, kan het apparaat een waarde van 0 Volt
weergeven, hoewel spanning aanwezig is. Bij
aanraking bestaat gevaar voor een elektrische schok.
Zorg dat de meetpennen de contacten aanraken,
voordat u aanneemt, dat geen spanning aanwezig is.
1. De draaischakelaar naar de stand
2. De stekker van de zwarte meetpen in de
meetaansluitbus COM (6) en de stekker van de rode
meetpen in de meetaansluitbus V/Hz (5) steken.
3. Verbind beide meetpennen met het meetobject.
ð De meetwaarde wordt op het display weergegeven.
ð Bij een negatieve ingangsspanning verschijnt op het
display een min (-) voor de meetwaarde.
NL
 (20) draaien.
Hz
digitale true-RMS-multimeter met warmtebeeldcamera BE60
4. Ziet u bij de bereikkeuze een OL-indicatie
(meetbereikoverschrijding), schakel dan direct naar het
eerstvolgende hogere bereik (toets RANGE, (17)). Is het
hoogste bereik ingesteld, resp. de automatische
meetbereikkeuze geselecteerd, bij het verschijnen van de
OL-indicatie, eerst het stroomcircuit bij het meetobject
uitschakelen en daarna onmiddellijk de meetpennen van
het meetobject verwijderen.
Voorbeeld:
Stroomsterkte meten
Let op
Nooit een spanningsbron aansluiten op de
meetaansluitbussen van de multimeter als een
stroommeetbereik is geselecteerd. Het apparaat kan
hierbij worden beschadigd.
ü Binnen het meetcircuit is in ingeschakelde toestand geen
hogere spanning dan 600 V (CAT III), resp. 300 V (CAT IV)
ten opzichte van aarde aanwezig.
ü De stroom in het stroomcircuit is uitgeschakeld . Alle
condensatoren zijn ontladen.
1. Het stroomcircuit indien mogelijk bij het meetobject
zodanig scheiden, dat u later het meetapparaat in serie
kunt schakelen met de verbruiker.
2. Schakel de draaischakelaar (4), afhankelijk van de te
verwachten meetstroom naar de stand 200 µA (24),
4000 mA (25) of 10 A (26).
3. Met de toets MODE/RANGE (17) de gewenste meetmodus
(voor gelijkstroom: Weergave DC, voor wisselstroom:
Weergave AC).
4. De stekker van de zwarte meetpen in de
meetaansluitbus COM (6) en de stekker van de rode
meetpen afhankelijk van het gekozen bereik in de
meetaansluiting µA (5) of mA/10 A (16) steken.
5. Verbind de meetpennen van het meetapparaat in serie met
het meetobject. Zorg bij gelijkstroom dat de polen correct
worden aangesloten op het meetobject (in serieschakeling;
rood op plus, zwart op min).
6. Het meetcircuit weer inschakelen en de meetwaarde
aflezen op het display.
13

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave