Toepassing
Bij een defect aan de sensor worden alle andere elementen van
het systeem verder verwarmd, met uitzondering van het element
waar de storing is opgetreden.
Bij overtemperatuur wordt het verwarmen van het gestoorde ele-
ment onmiddellijk onderbroken. Als na verloop van drie minuten het
defect nog steeds bestaat, wordt het verwarmen van alle elemen-
ten onderbroken en worden ook de vermogensrelais uitgeschakeld.
De kaart laat het alarm zien tot de storing is verholpen. Op dat
moment worden de vermogensrelais teruggezet en verwarmt het
systeem weer normaal.
W
EERGAVE VAN DE NIVEAUBEWAKING VAN DE HOT MELT LIJM
Als het niveau van de hot melt lijm onder 1/3 van de totale capaci-
teit van het reservoir daalt, zendt de niveausensor een signaal naar
de installatiebesturing en deze neemt de volgende maatregelen:
•
weergave op het beeldscherm (als deze functie is geactiveerd)
•
sluiten van een spanningsvrij uitgangscontact waarop de ge-
bruiker het vereiste apparaat aansluit (geluidsalarm, lamp of
SPS-ingang).
Zodra het reservoir gevuld is en de hot melt lijm voldoen is gesmol-
ten, geeft de detector weer „Niveau correct" aan.
W
EERGAVE EN INSTELLEN VAN DE WERKDRUK
De luchtdruk, waarmee de pneumatische besturingsinrichting van
de pomp werkt, kan op de manometer aan het onderste de instal-
latie worden afgelezen. De druk moet aan de toepassing worden
aangepast.
Let op:
waarden onder 0,5 bar moeten worden vermeden omdat de pomp
dan onregelmatig loopt. In geen geval mag de druk van 6 bar wor-
den overschreden. Daar 1 bar luchtdruk overeenkomt met 13,6 bar
lijmdruk, zou dan de toegelaten lijmdruk worden overschreden.
Voor de drukregeling de 5 mm inbussleutel gebruiken en de rege-
laar afhankelijk van het gebruik naar rechts (+) of naar links (-)
draaien.
pagina 4-6
Hot melt lijm applicatiesysteem HB 6000
(
)
OPTIONEEL
n
!