Hot melt lijm applicatiesysteem HB 6000
07 57
ON/OFF
160 157
Als de besturingskaart tijdens de laatste keer dat de installatie is
uitgezet, was gedeactiveerd, blijft deze bij een herstart uitgescha-
keld (tijdweergave).
Als de besturingskaart tijdens de laatste keer dat de installatie is
uitgezet, was geactiveerd, wordt hij bij de herstart weer geacti-
veerd.
2. Als de besturingskaart nog niet is geactiveerd, moet u bij het
inschakelen de toets ON/OFF indrukken.
Standaard worden de ingestelde en de werkelijke temperaturen
van het reservoir aangegeven.
De controle Led-indicator (groen) van de reservoirverwarming (en
die van de aangesloten slangen en pistolen) brandt en het reser-
voir begint op te warmen.
Zodra de ingestelde temperatuur van het reservoir –3 ºC is bereikt,
wordt een programmeerbare vertragingstijd geactiveerd, tot de
vrijgave voor de werking van de pomp (aanzetten van de elektro-
pneumatische klep) en wordt de hoofdmachine ingeschakeld, mits
de overige componenten ook hun ingestelde temperatuur –3 ºC
hebben bereikt.
Tijdens de vertragingstijd knipperen de Led-indicatoren voor de
vrijgave. Als de ingestelde tijd is afgelopen, schakelen zij over naar
permanent branden. Als na afl oop van deze tijd één van de ele-
menten de ingestelde waarde –3 ºC niet heeft bereikt, schakelen
de Led-indicatoren uit.
Als het systeem door activeren van de uit- of stand-by-knop, door
geprogrammeerd uitschakelen of activeren van de stroomvoorzie-
ning of door externe activering van de stand-by wordt uitgescha-
keld, dan wordt bij het opnieuw inschakelen van het systeem de
vertraging alleen geactiveerd, als de temperatuur van het reservoir
meer dan 20 ºC onder de ingestelde temperatuur is gedaald.
3. Op de manometer van de installatie controleren of de luchtdruk
correct is. Bij waarden onder 0,5 bar kan de pomp onregelma-
tig lopen.
W
EERGAVEN VAN DE INSTALLATIE
De installaties van de serie 'HB 6000' hebben twee displays op het
bedieningspaneel met drie elementen, die telkens bestaan uit 7
segmenten, voor de weergaven van de temperatuurwaarden (inge-
stelde en werkelijke temperatuur), de programmeerbare parame-
ters en de alarms.
Toepassing
pagina 4-3